Op
7 juli 2002 vierde prof. Mag. Dr. pater J.P.M. van der Ploeg O.P. zijn
70-jarig priesterfeest met een H. Mis in de Dominicaanse ritus in de
Cenakelkerk van Heilig Landstichting, gevolgd door een receptie in
hotel-restaurant Sionshof in dezelfde plaats.
Al
vroeg op weg, eerder dan gepland. De reis verliep voorspoedig maar met
een bedrukt hart: was er niet voortdurend regen, zodat ook een
passagière tegenover mij verzuchtte dit ook niet verwacht te hebben? En
wat moest er van mijn voettocht terecht komen?
Voettocht naar het Heilig Land
Aangekomen in de stad
Eenmaal
in Nijmegen, de stad aan de grote rivier aangekomen klaarde het weer
als bij toverslag op en optimistisch kon de tocht beginnen. Alhoewel ik
een gekopieerde plattegrond in de hand had, kon ik de route snel
vinden. Lang, zeg ik, eindeloos lang en achter de horizon weer lang.
Zoals gewoonlijk let ik links en rechts op de huizenbouw: middel van
formaat met opvallend veel ruime erkers. De stadsbewoners koesteren
allicht hun trauma de Romeinen niet te zien aankomen en willen graag
naar alle hoeken kunnen spieden. Tuinen met hek afgesloten vormen een
afscheiding tot de verkeersweg. Heuvelachtig met een ware berg links,
waarop grote complexen voor bejaardenzorg. Het weer zonder zon bleef
goed en het werd zelfs warm, ik voelde al kietelende druppels over mijn
rug. Maar een pull uittrekken is door ervaring uiterst riskant om geen
borstverkoudheid op te lopen. Iets rustiger lopen is evenzeer taboe,
daar een ijzingwekkend strak wandeltempo de pijn in voeten en rug
alsmede aan de schouder vanwege mijn gevulde reistas doet vergeten of
onderdrukken. Een lange jonge moeder groette mij hartelijk toen ik haar
kleine huppelende kind aankeek; zulk een ontmoeting maak je in een stad
als de mijne zelden mee of ik moet als eerste een woord richten. Maar
het merkwaardigst is wel een actieve man die de dakpannen op straat met
een hobbyspuit schoonwast. Hij had ze echt van het dak gehaald want de
planken waren zichtbaar. En dat op zondag!
«Latijn nog altijd?»
Volgens
mijn documentatie was ik beland bij het kruispunt om linksaf te moeten
slaan. Er waren al vijf kwartieren verstreken. Toch kijk ik voor alle
zekerheid op het kaartje bij de bushalte en raak onmiddellijk in
gesprek met een dame in keurig blauw deux-pièces met opvallende knopen.
Ze gaat naar de H. Mis in de stad en ze kent de plek welwaar ik naar
toe ga, ja ze is daar wel 'ns naar de Mis geweest. «Latijn nog altijd?»
vroeg ze mij. Ik bevestigde. Ik had nog een zee van tijd en kon rustig
haar verhaal aanhoren. Ze heeft alle moeite gedaan haar kinderen
rooms-katholiek op te voeden, met matig succes. Alleen de oudste gaat
nog naar de Mis, maar dan niet elke zondag. Je hebt geen klagen
vergeleken met Amsterdam, bedacht ik mij! Toch wilde ik verder, ik
onderbrak en het gesprek en gaf haar de vijf.
Het
einde van de voettocht door Nijmegen was snel in zicht. Nog een laan en
de witte torens van de Cenakelkerk werden zichtbaar, fel afstekend
tegen de heldere hemel. Een echtpaar zat koffie te drinken in de auto
en bij de ingang van de kerk was iemand druk bezig een
geluidsinstallatie aan te sluiten. Ik had nog even tijd om de naburige
begraafplaats te bezoeken, die op mij eerder de indruk maakte van een
verwilderd bosterrein. Daar liet ik mij zeker 25 minuten opdrogen met
het zichtbaar natte jack over mijn schouders geslagen. Ik keek en
luisterde naar de druppels uit een boomvormige fontein en dacht als
Maurice Magre in zijn boek 'La beauté invisible' (mei 1937) wáár ergens
nog de stilte en de rust te vinden zijn? Afgezien van een enkele
autodeur en een paar wandelaars met kind was het terrein echt...
doodstil. Van graven was weinig te zien of men moest verder lopen. Het
werd tijd om naar de kerk te gaan en binnen een paar minuten zat ik
onder de koepel van de Cenakelkerk. De tijd raakte tegen half twee en
een half uur te vroeg kwam ik onder de koepel. Het altaar hooggeplaatst
volgens de aloude, eeuwenoude Tridentijnse ritus. Gregoriaanse geluiden
veraf van het oefenende koor. Hier en daar een enkel bejaard echtpaar.
Kon de kerk echt nog vollopen voor tweeën? Het gebeurde echt in de
laatste vijf minuten.
Tridentijnse ritus
Zo'n
tien koorleden schreden de kerk binnen, gekleed in rode pij met wit
koorhemd. Stemmen vol kracht en energie, vlijmscherp in klank en ritme.
Eenmaal boven aangekomen werd een onrust onder de aanwezigen voelbaar:
de jubilaris, professor Van der Ploeg O.P. kwam binnen, ondersteund
door twee priesters. De trappen bestijgen hoort bij de Tridentijnse
ritus, maar daarvoor zijn we ook gekomen. Onmiddellijk begon de
priester, die zijn 70-jarig priesterfeest vierde, de Introïtus, gebogen
voor het altaar. Het Gregoriaans missaal had ik net zo goed niet mee
kunnen nemen, daar de Latijnse gezangen, anders dan het Credo en de Mis de Angelis
door mij niet te vinden waren, men zong klaarblijkelijk van een kopie
die in hun boeken waren gelegd. De preek door de diaken ging over de
instellingswoorden en uiteraard was er veel lof voor de jubilaris, die
ooit zijn wijding ontvangen heeft in het Dominicaans instituut Le
Saulchoir in Frankrijk. Tegen het einde van de drie kwartier durende Mis
zette het koor onverwachts een polyfoon gezang van buitengewone
schoonheid in, waarna de zangeres een Ave Maria met orkestbegeleiding
van de CD ten gehore bracht. De koorleden, in het middenpad
plaatsgenomen, keken vol bewondering naar de vrouw.
Keizer of paus?
Eenmaal
buiten moesten wij wennen aan de heldere hemel en de zon. Hij was dus
toch gekomen! Ik wandelde op mijn gemak naar restaurant Sionshof waar de
receptie werd gehouden.
De jubilaris wordt naar zijn plaats gebracht
Ik
zocht een vrije zitplaats en maakte kennis met een oud-missionaris en
zijn chauffeuse, een oud-missiezuster. De bejaarde man in prachtig
kostuum stelt zich aan mij voor en zegt zijn leeftijd ... 99 jaar! (Noot v.d. red.: dit was de befaamde pater Van Straelen S.V.D., zie onder)
Helder van geest en goed ter been. Hij had in vele landen gewerkt en
tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in een interneringskamp op
Japanse bodem. Nieuwsgierig als altijd vroeg ik hem wat over het
kampleven. Hij vertelde zonder enige rancune, wat ongekend is voor alle
oorlogsslachtoffers. Vooral de chicaneuze vraag van de Japanse
commandant: «Wie is groter, de keizer of de paus?», werd kort maar
krachtig beantwoord dat de keizer niet te vergelijken is met de paus!
Hoe zal dit toen aangekomen zijn? Meer durfde ik niet te vragen. Een
andere man, in even net donker pak, komt op mij af en zegt ver in de
tachtig te zijn. Hij is in Amsterdam geboren en vindt het leuk mij te
spreken. Hij kent mijn voormalige St. Willibrorduskerk (buiten de veste)
nog, die omstreeks 1975 is afgebroken. Maar degenen die langs onze
tafel komen beginnen toch wel wat op te bieden met hun jaren. Ik maak de
'domme' opmerking dat je met het rooms katholieke geloof toch maar goed
oud kunt worden! Er werd wijselijk gezwegen. De chauffeuse is een
gezellige conversatiepartner die optimistisch is over een paar
roepingen in haar klooster na een kwart eeuw stilstand. Daar zijn wel
twee zusters 100 geworden!
De jubilaris luistert naar een toespraak van
een der aanwezigen
Opeens
zetten de aanwezige koorleden een verjaardagslied in met luide stem.
De jubilaris wordt naar een plaats gebracht vlak achter mij om
vervolgens overstroomd te worden met felicitaties. Een smetteloos wit
kleed siert de hooggeleerde. Wie wenst zich niet zo een prachtig
gezongen lied door ervaren cantors?
De kardinaal
Een
zware theatrale stem wordt hoorbaar. De kardinaal uit Utrecht is
binnengekomen. Wat een verrassing! Hij gaat naar pater van der Ploeg en
begroet de Dominicaan. Naast mij gezeten babbelt hij ook met de
99-jarige, die in alles geïnteresseerd is. Ook grapjes zijn aan de
orde, bv. een anecclote, dat paus Leo XIII op zijn negentigste
verjaardag, in maart 1900, werd gefeliciteerd met de wens dat hij toch
maar 100 mocht worden. Het commentaar van de Heilige Vader luidde dat
je God toch geen grenzen mag stellen?
Ook kardinaal Simonis kwam pater v.d. Ploeg
feliciteren tijdens de receptie
De
kardinaal vraagt het woord. In zijn felicitatie eert hij de thomist en
eminent geleerde in vele talen en disciplines. Vooral als een baken in
een snel veranderend tijdsgewricht. Dan valt de naam van St.
Willibrord. Pater Van der Ploeg is zichtbaar ontroerd als hij die naam
hoort. Buiten de autobiografische notitie op een kalenderblaadje zijn
geen schriftelijke aantekeningen van Willibrord behouden. Dit document
wordt bewaard in het Louvre. Van deze paar woorden is een presse-papier
gegoten die pater Van der Ploeg wordt overhandigd. Op tafel kunnen wij
de plexiglazen halve bol zien staan. De kardinaal, die zegt alles van de
geleerde te hebben gelezen, overhandigt de jubilaris ook nog een klein
boekje van zijn hand dat net uit is. Verder spreekt de
hoogwaardigheidsbekleder met vele aanwezigen vriendelijk en ontspannen.
Zijn krachtige stem blijft hoorbaar tot op verre afstand. Zijn
importantie is alom voelbaar en wellicht zullen vele bezoekers toch op
minder luide toon verder praten.
Doctor firmus
Hoe
moeten wij deze samenloop van personen en omstandigheden nu opvatten?
Ik weet dat pater Van der Ploeg een groot geleerde is met overtuigde en
onwankelbare opvattingen aangaande de dogmatiek van het
rooms-katholieke geloof. Ik noem hem een doctor firmus.
De hele ontwikkeling in liturgie en de Kerk, in elk geval versneld door
het Tweede Vaticaans Oecumenisch Concilie zit de geleerde nog altijd
dwars. Door innerlijke integriteit en geloofsovertuiging heeft hem dit
gemotiveerd de echte standpunten uit te dragen die de Waarheid laten
zien. Is een ander dan minder echt en zijn diens opvattingen ook minder
waar? Er is geen arbiter die een oordeel kan vellen anders dan de paus.
Maar de paus heeft de modernisering aangemoedigd en na veel
aandringen een zoet en troostvol achterdeurtje opengehouden voor de
beoefening van de oude misliturgie. De Willibrordvertaling van de
bijbel bevat formuleringen die strijdig zijn met het geloof, ik heb het
gelezen en van Van der Ploeg zelf gehoord. En ik geloof de man. Als
pater Van der Ploeg oprecht en ter zake kundig protesteert dan laat de
paus niets van zich horen. Zo heeft de Dominicaan zich noodgedwongen in
een isolement begeven, maar sine concessione
in absolute zin. Het is de keuze die men moet maken wil men zichzelf
trouw blijven. Maar het is wel de moeilijkste weg die een mens ooit kan
kiezen; een weg die leidt over pijn en verdriet.
Hier
hebben wij de onbloedige confrontatie van de geschoolde en briljante
theoreticus met de praktisch ingestelde manager van een multinational.
Als
de kardinaal bij een zo uitzonderlijke gelegenheid als de viering van
een 70-jarig priesterfeest in eigen persoon verschijnt en
desalniettemin de geleerde lof toezwaait met St. Willibrord aanroepend
als getuige, mogen alle perikelen van een halve eeuw even vergeten
worden en is er hoop voor de toekomst van de rooms-katholieke Kerk in
Nederland. In elk geval stond deze dag onder een optimaal gesternte!
AMSTERDAM, 9 juli 2002
Eerder Gepubliceerd in:
Uitgave van de Stichting voor Kerk en Geloof
September 2002 nr. 1 p4-9
Het eerste artikel van dit tijdschrift in nieuwe vormgeving
Voortzetting in van:
Katholiek Maandblad
Zelfde stichting
Noot
Pater Hendricus Johannes Josephus Maria van Straelen S.V.D., geboren in 1903, schreef een met illustraties verlucht boek Terug uit Japansche Internering
(Londen 11 oktober 1944). Tekst geschreven in het Engels en vertaald
door P. van Antwerpen (Amsterdam 1945). Pater van Straelen verbleef van 7
december 1941 (Pearl Harbor) tot 30 juli 1942 in Japanse internering en
werd toen d.m.v. een gevangenen-uitwisseling via Oost-Afrika,
Mozambique (1 september 1942) naar Engeland verscheept. Aldaar gaf hij
tot de bevrijding in 1945 200 lezingen over de Japanse psychologie. Hij
verbleef onder de naam Henry in Droitwich waar de Engelse S.V.D een huis
heeft.
Een
zijner thesen: De Japanse oorlogsmachinerie wel zeker veroordelen,
Japan en de Japanners niet! Niet laten meeslepen door Haat of Sympathie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten