donderdag 6 juni 2013

Voettocht naar het Heilig Land - Jubileum 7 juli 2002 prof. Mag. Dr. pater J.P.M. van der Ploeg O.P. zijn 70-jarig priesterfeest

Posted on Wednesday, June 16, 2010 2:17 PM
Op 7 juli 2002 vierde prof. Mag. Dr. pater J.P.M. van der Ploeg O.P. zijn 70-jarig priesterfeest met een H. Mis in de Dominicaanse ritus in de Cenakelkerk van Heilig Landstichting, gevolgd door een receptie in hotel-restaurant Sionshof in dezelfde plaats.

Al vroeg op weg, eerder dan gepland. De reis verliep voorspoedig maar met een bedrukt hart: was er niet voortdurend regen, zodat ook een passagière tegen­over mij verzuchtte dit ook niet verwacht te hebben? En wat moest er van mijn voettocht terecht komen?


Voettocht naar het Heilig Land


Aangekomen in de stad

Eenmaal in Nijmegen, de stad aan de grote rivier aangekomen klaarde het weer als bij toverslag op en optimistisch kon de tocht beginnen. Alhoewel ik een ge­kopieerde plattegrond in de hand had, kon ik de route snel vinden. Lang, zeg ik, eindeloos lang en achter de horizon weer lang. Zoals gewoonlijk let ik links en rechts op de huizenbouw: middel van formaat met opvallend veel ruime erkers. De stadsbewoners koesteren allicht hun trauma de Romeinen niet te zien aanko­men en willen graag naar alle hoeken kunnen spieden. Tuinen met hek afge­sloten vormen een afscheiding tot de verkeersweg. Heuvelachtig met een ware berg links, waarop grote complexen voor bejaardenzorg. Het weer zonder zon bleef goed en het werd zelfs warm, ik voelde al kietelende druppels over mijn rug. Maar een pull uittrekken is door er­varing uiterst riskant om geen borstver­koudheid op te lopen. Iets rustiger lo­pen is evenzeer taboe, daar een ijzing­wekkend strak wandeltempo de pijn in voeten en rug alsmede aan de schouder vanwege mijn gevulde reistas doet ver­geten of onderdrukken. Een lange jonge moeder groette mij hartelijk toen ik haar kleine huppelende kind aankeek; zulk een ontmoeting maak je in een stad als de mijne zelden mee of ik moet als eer­ste een woord richten. Maar het merk­waardigst is wel een actieve man die de dakpannen op straat met een hobbyspuit schoonwast. Hij had ze echt van het dak gehaald want de planken waren zicht­baar. En dat op zondag!

«Latijn nog altijd?»

Volgens mijn documentatie was ik beland bij het kruispunt om linksaf te moeten slaan. Er waren al vijf kwartieren verstreken. Toch kijk ik voor alle zeker­heid op het kaartje bij de bushalte en raak onmiddellijk in gesprek met een dame in keurig blauw deux-pièces met opvallende knopen. Ze gaat naar de H. Mis in de stad en ze kent de plek wel­waar ik naar toe ga, ja ze is daar wel 'ns naar de Mis geweest. «Latijn nog altijd?» vroeg ze mij. Ik bevestigde. Ik had nog een zee van tijd en kon rustig haar ver­haal aanhoren. Ze heeft alle moeite ge­daan haar kinderen rooms-katholiek op te voeden, met matig succes. Alleen de oudste gaat nog naar de Mis, maar dan niet elke zondag. Je hebt geen klagen vergeleken met Amsterdam, bedacht ik mij! Toch wilde ik verder, ik onderbrak en het gesprek en gaf haar de vijf.
Het einde van de voettocht door Nijmegen was snel in zicht. Nog een laan en de witte torens van de Cenakelkerk werden zichtbaar, fel afstekend tegen de heldere hemel. Een echtpaar zat koffie te drin­ken in de auto en bij de ingang van de kerk was iemand druk bezig een geluids­installatie aan te sluiten. Ik had nog even tijd om de naburige begraafplaats te bezoeken, die op mij eerder de indruk maakte van een verwilderd bosterrein. Daar liet ik mij zeker 25 minuten opdro­gen met het zichtbaar natte jack over mijn schouders geslagen. Ik keek en luister­de naar de druppels uit een boomvormige fontein en dacht als Maurice Magre in zijn boek 'La beauté invisible' (mei 1937) wáár ergens nog de stilte en de rust te vinden zijn? Afgezien van een en­kele autodeur en een paar wandelaars met kind was het terrein echt... dood­stil. Van graven was weinig te zien of men moest verder lopen. Het werd tijd om naar de kerk te gaan en binnen een paar minuten zat ik onder de koepel van de Cenakelkerk. De tijd raakte tegen half twee en een half uur te vroeg kwam ik onder de koepel. Het altaar hooggeplaatst volgens de aloude, eeuwenoude Tridentijnse ritus. Gregoriaanse geluiden veraf van het oefenende koor. Hier en daar een enkel bejaard echtpaar. Kon de kerk echt nog vollopen voor tweeën? Het gebeur­de echt in de laatste vijf minuten.

Tridentijnse ritus

Zo'n tien koorleden schreden de kerk binnen, gekleed in rode pij met wit koor­hemd. Stemmen vol kracht en energie, vlijmscherp in klank en ritme. Eenmaal boven aangekomen werd een onrust onder de aanwezigen voelbaar: de jubi­laris, professor Van der Ploeg O.P. kwam binnen, ondersteund door twee priesters. De trappen bestijgen hoort bij de Triden­tijnse ritus, maar daarvoor zijn we ook gekomen. Onmiddellijk begon de pries­ter, die zijn 70-jarig priesterfeest vierde, de Introïtus, gebogen voor het altaar. Het Gregoriaans missaal had ik net zo goed niet mee kunnen nemen, daar de Latijn­se gezangen, anders dan het Credo en de Mis de Angelis door mij niet te vin­den waren, men zong klaarblijkelijk van een kopie die in hun boeken waren ge­legd. De preek door de diaken ging over de instellingswoorden en uiteraard was er veel lof voor de jubilaris, die ooit zijn wij­ding ontvangen heeft in het Dominicaans instituut Le Saulchoir in Frankrijk. Tegen het einde van de drie kwartier durende Mis zette het koor onverwachts een po­lyfoon gezang van buitengewone schoonheid in, waarna de zangeres een Ave Maria met orkestbegeleiding van de CD ten gehore bracht. De koorleden, in het middenpad plaatsgenomen, keken vol bewondering naar de vrouw.

Keizer of paus?

Eenmaal buiten moesten wij wennen aan de heldere hemel en de zon. Hij was dus toch gekomen! Ik wandelde op mijn gemak naar restaurant Sionshof waar de receptie werd gehouden.

De jubilaris wordt naar zijn plaats gebracht

Ik zocht een vrije zitplaats en maakte kennis met een oud-missionaris en zijn chauffeuse, een oud-missiezuster. De bejaarde man in prachtig kostuum stelt zich aan mij voor en zegt zijn leeftijd ... 99 jaar! (Noot v.d. red.: dit was de befaamde pater Van Straelen S.V.D., zie onder) Helder van geest en goed ter been. Hij had in vele landen gewerkt en tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in een interneringskamp op Japanse bodem. Nieuwsgierig als altijd vroeg ik hem wat over het kampleven. Hij vertel­de zonder enige rancune, wat ongekend is voor alle oorlogsslachtoffers. Vooral de chicaneuze vraag van de Japanse com­mandant: «Wie is groter, de keizer of de paus?», werd kort maar krachtig beant­woord dat de keizer niet te vergelijken is met de paus! Hoe zal dit toen aange­komen zijn? Meer durfde ik niet te vra­gen. Een andere man, in even net don­ker pak, komt op mij af en zegt ver in de tachtig te zijn. Hij is in Amsterdam gebo­ren en vindt het leuk mij te spreken. Hij kent mijn voormalige St. Willibrorduskerk (buiten de veste) nog, die omstreeks 1975 is afgebroken. Maar degenen die langs onze tafel komen beginnen toch wel wat op te bieden met hun jaren. Ik maak de 'domme' opmerking dat je met het rooms katholieke geloof toch maar goed oud kunt worden! Er werd wijselijk gezwe­gen. De chauffeuse is een gezellige con­versatiepartner die optimistisch is over een paar roepingen in haar klooster na een kwart eeuw stilstand. Daar zijn wel twee zusters 100 geworden!



De jubilaris luistert naar een toespraak van
een der aanwezigen

Opeens zetten de aanwezige koorle­den een verjaardagslied in met luide stem. De jubilaris wordt naar een plaats gebracht vlak achter mij om vervolgens overstroomd te worden met felicitaties. Een smetteloos wit kleed siert de hooggeleerde. Wie wenst zich niet zo een prachtig gezongen lied door ervaren can­tors?

De kardinaal

Een zware theatrale stem wordt hoor­baar. De kardinaal uit Utrecht is binnen­gekomen. Wat een verrassing! Hij gaat naar pater van der Ploeg en begroet de Dominicaan. Naast mij gezeten babbelt hij ook met de 99-jarige, die in alles geïn­teresseerd is. Ook grapjes zijn aan de orde, bv. een anecclote, dat paus Leo XIII op zijn negentigste verjaardag, in maart 1900, werd gefeliciteerd met de wens dat hij toch maar 100 mocht worden. Het commentaar van de Heilige Vader luid­de dat je God toch geen grenzen mag stellen?

 Ook kardinaal Simonis kwam pater v.d. Ploeg
feliciteren tijdens de receptie

De kardinaal vraagt het woord. In zijn felicitatie eert hij de thomist en eminent geleerde in vele talen en disciplines. Vooral als een baken in een snel veran­derend tijdsgewricht. Dan valt de naam van St. Willibrord. Pater Van der Ploeg is zichtbaar ontroerd als hij die naam hoort. Buiten de autobiografische notitie op een kalenderblaadje zijn geen schriftelijke aantekeningen van Willibrord behouden. Dit document wordt bewaard in het Louvre. Van deze paar woorden is een presse-papier gegoten die pater Van der Ploeg wordt overhandigd. Op tafel kun­nen wij de plexiglazen halve bol zien staan. De kardinaal, die zegt alles van de geleerde te hebben gelezen, overhan­digt de jubilaris ook nog een klein boekje van zijn hand dat net uit is. Verder spreekt de hoogwaardigheidsbekleder met vele aanwezigen vriendelijk en ontspannen. Zijn krachtige stem blijft hoorbaar tot op verre afstand. Zijn importantie is alom voelbaar en wellicht zullen vele bezoe­kers toch op minder luide toon verder praten.

Doctor firmus

Hoe moeten wij deze samenloop van personen en omstandigheden nu opvat­ten? Ik weet dat pater Van der Ploeg een groot geleerde is met overtuigde en on­wankelbare opvattingen aangaande de dogmatiek van het rooms-katholieke geloof. Ik noem hem een doctor firmus. De hele ontwikkeling in liturgie en de Kerk, in elk geval versneld door het Tweede Vaticaans Oecumenisch Conci­lie zit de geleerde nog altijd dwars. Door innerlijke integriteit en geloofsovertuiging heeft hem dit gemotiveerd de echte standpunten uit te dragen die de Waar­heid laten zien. Is een ander dan minder echt en zijn diens opvattingen ook minder waar? Er is geen arbiter die een oor­deel kan vellen anders dan de paus. Maar ­de paus heeft de modernisering aange­moedigd en na veel aandringen een zoet en troostvol achterdeurtje opengehouden voor de beoefening van de oude misli­turgie. De Willibrordvertaling van de bij­bel bevat formuleringen die strijdig zijn met het geloof, ik heb het gelezen en van Van der Ploeg zelf gehoord. En ik geloof de man. Als pater Van der Ploeg oprecht en ter zake kundig protesteert dan laat de paus niets van zich horen. Zo heeft de Dominicaan zich noodge­dwongen in een isolement begeven, maar sine concessione in absolute zin. Het is de keuze die men moet maken wil men zichzelf trouw blijven. Maar het is wel de moeilijkste weg die een mens ooit kan kiezen; een weg die leidt over pijn en verdriet.

Hier hebben wij de onbloedige con­frontatie van de geschoolde en briljante theoreticus met de praktisch ingestelde manager van een multinational.

Als de kardinaal bij een zo uitzon­derlijke gelegenheid als de viering van een 70-jarig priesterfeest in eigen per­soon verschijnt en desalniettemin de ge­leerde lof toezwaait met St. Willibrord aanroepend als getuige, mogen alle pe­rikelen van een halve eeuw even verge­ten worden en is er hoop voor de toe­komst van de rooms-katholieke Kerk in Nederland. In elk geval stond deze dag onder een optimaal gesternte!

AMSTERDAM, 9 juli 2002


Eerder Gepubliceerd in:


Uitgave van de Stichting voor Kerk en Geloof
September 2002 nr. 1 p4-9
Het eerste artikel van dit tijdschrift in nieuwe vormgeving

Voortzetting in van:
Katholiek Maandblad
Zelfde stichting

Noot
Pater Hendricus Johannes Josephus Maria van Straelen S.V.D., geboren in 1903, schreef een met illustraties verlucht boek Terug uit Japansche Internering (Londen 11 oktober 1944). Tekst geschreven in het Engels en vertaald door P. van Antwerpen (Amsterdam 1945). Pater van Straelen verbleef van 7 december 1941 (Pearl Harbor) tot 30 juli 1942 in Japanse internering en werd toen d.m.v. een gevangenen-uitwisseling via Oost-Afrika, Mozambique (1 september 1942) naar Engeland verscheept. Aldaar gaf hij tot de bevrijding in 1945 200 lezingen over de Japanse psychologie. Hij verbleef onder de naam Henry in Droitwich waar de Engelse S.V.D een huis heeft.

Een zijner thesen: De Japanse oorlogsmachinerie wel zeker veroordelen, Japan en de Japanners niet! Niet laten meeslepen door Haat of Sympathie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten