Met grote passen liep zij richting zebrapad. Ik
keek naar heur snellen en kreeg een idee.
De automobilist stopte en liet haar oversteken; ik volgde haar op de
voet.
Over de stoep raakten wij in gesprek, ze had ruim de tijd voordat de bus
zou arriveren.
"Ik wil persé weten wat Uw leven is", zei ze met aandringen, "U bent
beslist een buitenbeentje, een alleenganger?"
Welnu, dit laatste woord benut ik niet, het Duitse in het Nederlands
best te gebruiken "Einzelgänger" echter wel.
"Nee, niet echt een eenling, ik ken vele mensen, heb omgang met goede
betrouwbare mensen en ben gek op vrouwen", begon ik. Ze bleef onbewogen,
glimlachte wel vaak waarbij de huidplooien onder haar kin alle
mogelijke strepen aannamen maar van emotie gaf ze geen blijk.
Nadat ik mijn levensverhaal verteld had knikte ze beamend en moest
gezegd hebben dit wel gedacht te hebben.
Wat een eerste blik niet vermag te bewerkstelligen!
Uit zichzelf startte zij nu met haar conté de vie:
Gescheiden vijfentwintig jaar geleden, levend in eenvoud zonder
materiële luxe als TV, koelkast of elektronische apparaten, geen
verwarming tot een paar dagen geleden voor het eerst eens aangestoken en
levend van weinig geld.
Je kan wel raden dat er in een dergelijk huis niet veel te beleven valt.
Ze bezoekt haar kinderen hier geregeld en blijft een paar dagen logeren.
Maar het innerlijk leven is het voornaamste; de loeiende sirenes van
voorbijsnellende motorpolitie werden door haar niet gehoord noch gezien.
De beweging waar zij thans de meeste affectie voor heeft is die van de
Rozenkruisers, een spiritueel genootschap vol mystiek. Ik zei wel iets
daarvan te weten al is het maar vanwege tentoonstellingen in de UB.
"Wat is UB?", vroeg ze met grote ogen.
Ik antwoordde snel met: "Universiteitsbibliotheek."
Ze zweeg.
Toen vermeldde ik de naam Paracelsus.
Die kende ze klaarblijkelijk niet zodat ik ook niet zijn mij bekende
verzuchting hoefde te vermelden dat wat je ook gelooft je wordt
aangevallen door de wolven van alle kanten. Het waren in vroeger eeuwen
roerige tijden!
Na verloop van tijd bleek ons grote verschil van de gevoelswereld van
haar kant en de intellectualistische studiewijze mijnerzijds.
Ik sprak over Rudolf Steiner wiens naam zij kent, echter niet zozeer van
geschriften als wel van mondelinge overdracht. Dat is nu mijn smaak
niet, dacht ik als boekenmens. Ze leest dus geen boeken als ze maar een
enkele lamp in huis aan heeft.
Hoe spiritueel ook, er is toch iets asociaals te bevroeden zo niet iets
licht-geschifts. Jammer hoor, peinsde ik.
En dan heeft ze natuurlijk geen PC en een email-adres ook. Nee hoor.
Dan resteert maar een vriendelijk afscheid en de wens voor een goede
reis naar haar woonstad in het oosten des lands.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten