zaterdag 9 november 2019

Opkomst en Ondergang van de Ridderschap

Ook in de Middeleeuwen viel een muur en niet zo'n kleintje ook!

9 november 2019

Opvoeding
De ridder heeft een mannelijke opvoeding: zeven jaar omgang. Page als dienst in huis. Religie en galanterie, devotie ook met infantiliteit en superstitie, vervolgd met raffinement en fanatisme.
De schildknaap krijgt een gezegend ceintuur.
De volgende functies hoger: tot lakei en huisknecht.
De strijd begeleiden, 8 tot 10 jaar les.
Met zijn 21e ceremonie tot ridder geslagen, vol religie. Een examen, eedaflegging dan opneming in de Orde. Driemaal degen op schouder, klap op wang en ten slotte tonen aan het volk.

Gedrag
De ridder moet hulp verlenen op verzoek.
Mag nooit kwaadspreken over vrouwen en moet een ander ook daarop wijzen. Maar dezen moeten zich ook fatsoenlijk gedragen wil men niet gedesavoueerd worden.
Nooit kasteel van een vrouw met slechte reputatie betreden. Krijtsignaal op poort zetten. Maar een goede vrouw is bij allen geliefd. Een vrouw verkrachten geeft de doodstraf met verbeurdverklaring van zijn fief.
Maar zij wordt niettemin hoffelijk behandeld, de ridder mag haar bekritiseren. Haar negeren is dus foutief!
De ridder moet vooruitzien in de geesteswereld van zijn Heer.
Een krijgsgevangen ridder keert na verloftijd terug.
Goede ervaring spoort aan!
Slechte ervaring troost de gedupeerde.
Liefde voor de Waarheid is een, zo niet de sterkste onderscheiding met anderen.

Tournooy
Ridders geboeid strijdperk in. Dames zegenen de wapens en moedigen aan door steeds wat kledingstukken de favoriet toe te werpen. Zo kan ze half ontkleed zijn. Zo woord renommé ontstaan. Prijsuitreiking door vrouwen. Kus als dank.
Het gevecht is tot het uiterste.
Zelfs zoon van 14 de strijd in om zijn ridderschap te behalen.
Zweren op gebraden pauw.
Alles galanterie.
Twee ridders die vechten om een vrouw: geeft een oponthoud.
Vriendschap t.b.v. de eenheid, zelfs bloedeed.
Gezamenlijke H. Communie.
De religie is overheersend, daaronder competitie en straffen.
Gouden wapens, zijden kleding met hermelijn.

Privilegiën:
Buitgemaakte wapens sieren;
Vrij van belasting op handel eigen gebruik;
Overal vrije toegang;
Krijgsgevangene niet geboeid, geen cel;
Belasting heffen op hun vazallen;
Met grootste omzichtigheid voor rechter;
Bij alle belangrijke zaken betrokken;
Mag zelf ridders slaan;

De klasse verrijkt zichzelf.

De losprijs voor een ridder is één jaar inkomsten.
Succes geeft benadering door ridders en dames.
Doortocht krijg: ontvangst en hulp.
Betaling van souverein voor diensten d.m.v. grond en jaargelden.
Hulp ridder vragen bij beheer van kasteel en grond.

Straffen
Wangedrag zwaar gestraft, ook met oneer.
Schavot: al zijn wapens stukgemaakt en voor de voeten geworden. Stukgekrast blazoen en schild aan paardenstaart door vuil gesleept.
Beledigingen.
Heet water over hoofd.
De priester bidt de Vigilie der Doden, Psalm 109 (108) (tegen verraad).

Het verval en ondergang
Te grote vrijheid geeft onafhankelijkheid;
Verwaarloosde religie geeft superstitie;
Erotisch gedrag wordt libertijns;
Onstuimigheid i.p.v. krijgskunde;
Praal i.p.v. glorie;
Geen hiërarchische bevelvoering;
Leiders onderling verdeeld;
Onderlinge twisten m.b.v. leger uitvechten;
Religie uiterlijk vertoon;
Priesters incompetent;
Verzaking heilige plichten;
Geen dagelijkse zorgen geeft ledigheid;
Devotie wordt nonsens.
Liefde wordt buitensporigheid;
Achter een leger aan wel 500 hoeren met kostenplaatje.
Nog fraaier: ze waren als dame gekleed...
Misdadige ridders gingen (op tijd) klooster in.

Versnelling in verval en ondergang
Charles VI plus vele prinsen maakten hun ridders tot partijaanhangers, dus krachteloos, dus verlaging van het ridderschap;
Charles VII richtte zich op Gendarmerie welke goede ridderkrachten aantrok; dit ten koste van de Chevalerie;
Frans I bevorderde geestelijke waarden waardoor ridders de krijg lieten vallen, zelfs uittraden;
Henri II schafte tournooy af en ontnam het Ridderschap haar belangrijkste bestaansgrond!

Bron: Fréron (1754)