woensdag 13 december 2017

De Belg van de De Roode Baron

Wat een beminnelijke man, een voor 'n Belg ongewoon fors uiterlijk, ene volle baard en een zachte melodieuze stem. Een zachtaardig karakter, welbespraakt door zijn werk in de horeca.
Waarom Belgen naar Nederland komen, ik weet het niet, in elk geval is de Belg in Menno Simons hoogstwaarschijnlijk vanwege de min of meer acceptatie van homo's hier beland en gebleven. Deze man had naar je in de loop der tijd wel kon vermoeden een vriend maar onze Belg over wie we het gaan hebben lijkt me eerder een verstokte vrijgezel.




We leerden hem kennen in De Roode Baron aan de Zeedijk, een knus café met donkerbruine lambrisering. Er was een collega met een scherpe stem en een assertief karakter, die ook nog zijn woordje deed in de stadspolitiek. De Belg nimmer, hij kon meepraten over vele onderwerpen en ieder gevoelde zich daarbij thuis.

Het werk bij Oporto was zijn eerste betrekking. Naar verluidt heeft zij deze zaak vanaf de oprichting 'gemaakt' en hij was daar ook trots op. Doch eens wilde men vers bloed serveren en werd hij onheus ontslagen. De Belg heeft hiervan altijd grief van ondervonden en zijn stem werd zachter dan die al was, hetgeen kenmerkend is voor zijn humaniteit.

Zo raakte hij werkzaam in De Roode Baron, een zaak wier eigenaar een oude vrouw geweest moest zijn. Ook hier heeft hij alles 'gemaakt' en was het altijd een aantrekkingskracht daar wederom naar toe te lopen. Wat is een heerlijker straat dan de historische grond van de Zeedijk, welke naam ik allicht tegenkom in de oude notariële archieven.

Een traktatie was een pint Guinness, waarvoor een klein type vaatje moest worden aangeslagen. Vele jaren heb ik daarvan gesnoept en geroken, wat alleen de geur al en je neus in het schuim steken doen  je goed. Doch ergens in het nieuwe millennium werd die Ierse drank niet meer verkocht, de Belg gaf uitvoerig zijn excuus dat de vraag naar dit elixer niet groot was. Echt spijtig maar nog geen reden om van de zaak weg te blijven.

Eens zaten er een vijftal tieners in keurige kledij, wellicht eerste jaars studenten, die een karaf bier bestelden. Zoiets zal wel meer dan een tientje gekost hebben. Zo vulden ze elkaars glazen totdat de karaf soldaat was. Een jonkie vroeg beleefd of ze niet een tweede van de zaak mochten hebben? De Belg gaf een uitvoerig antwoord dat zulks niet tot de mogelijkheid behoort en wist de jongelui gerust te stellen zodat die maar weer een nieuwe voor eigen rekening namen.

De zaak werd door de oude eigenaresse verkocht, de kelner Cris verdween maar de Belg ging naar Int Aepjen, hier niet ver vanaf. Ook hier heb ik hem meermaals gezien alhoewel het veel moeilijker werk was gezien de drukte van vast publiek als ook Nederlandse toeristen. Vind zelfs maar eens een staplaats! Ik begroette hem altijd explicieterwijs en daarvan was de man best verrast. Dan komen er niet zo leuke perikelen:

8 mei 2009 was hij ziek;
9 juli 2010 was hij met pensioen.
 
Einde Belg?

Nee toch niet. Op 18 november 2011 zagen we hem op het terrasje van De Wildeman, genieten van een schuimvol Belgisch bier. Welke Belg drinkt geen Belgisch vocht? Hij was alleen en ik begroette hem. Maar omdat zijn glas vol was kon ik hem geen aanbieden. Vriendelijk gaf hij antwoord volledig te genieten van zijn rust; hij zag er geenszins ziek uit. Hij woont aan het Oudekerksplein, te midden van de klokslagen. Ook die zijn net als hij historisch!



mailto: