Zo was er op de woensdagmiddag de pianist George
G.F. Van Renesse (1909-1994) die een vergelijkend onderzoek hield
tussen meerdere, meestal drie concertuitvoeringen. Ik luisterde met
ingehouden adem en vond het begrijpen van de technische opmerkingen
prachtig.
Dan was er het discussieprogramma met Felix de Nobel en de zanger
Laurens Bogtman. Twee geheel verschillende karakters, ik denk
opzettelijk bij elkaar gezet.
Ten slotte Rutger Schoute met zijn merkwaardig bedachtzame microfoonstem.
In de zeventiger was er ook zo een zachte stem die nog daalde in toon vanaf halverwege de zin. Toevallig wonend in een drukke buurt kon ik de man dus nauwelijks verstaan.
Tegenwoordig komt ieder voor de microfoon en camera vaak met polder Nederlands. In mijn tijd (hoor mij nu) moest men wel zeker op de uitspraak en intonatie letten.
De programma’s op zondagmiddag in de tachtiger en negentiger met vergelijkend beluisteren van uitvoeringen waren wisselender samenstelling. Dat daaronder verschrikkelijk competente lui kunnen zitten weet ik wel zeker. Een inmiddels overleden man met zware (en (KRO)-gezaghebbende!) stem (ik om nog op zijn naam) verklaarde pertinent dat de toen populaire Frederica Von Stade niet kon zingen. Maar de smaak is een kort leven beschoren: was men aanvankelijk laaiend enthousiast over de vertolkingen van Glenn Gould, later nam dit af. Zo ook bij mijn mening: technisch perfect is nog niet muzikaal! Als je een uur die man aanhoort (met zijn psychopathische gekreun) val je toch in slaap. Er zit geen leven in. Hij schijnt vele doctoren tegelijkertijd te hebben geconsulteerd en had een pakhuis aan medicijnen. De man heeft zichzelf vergiftigd en stierf exact op zijn 50e.
Ten slotte Rutger Schoute met zijn merkwaardig bedachtzame microfoonstem.
In de zeventiger was er ook zo een zachte stem die nog daalde in toon vanaf halverwege de zin. Toevallig wonend in een drukke buurt kon ik de man dus nauwelijks verstaan.
Tegenwoordig komt ieder voor de microfoon en camera vaak met polder Nederlands. In mijn tijd (hoor mij nu) moest men wel zeker op de uitspraak en intonatie letten.
De programma’s op zondagmiddag in de tachtiger en negentiger met vergelijkend beluisteren van uitvoeringen waren wisselender samenstelling. Dat daaronder verschrikkelijk competente lui kunnen zitten weet ik wel zeker. Een inmiddels overleden man met zware (en (KRO)-gezaghebbende!) stem (ik om nog op zijn naam) verklaarde pertinent dat de toen populaire Frederica Von Stade niet kon zingen. Maar de smaak is een kort leven beschoren: was men aanvankelijk laaiend enthousiast over de vertolkingen van Glenn Gould, later nam dit af. Zo ook bij mijn mening: technisch perfect is nog niet muzikaal! Als je een uur die man aanhoort (met zijn psychopathische gekreun) val je toch in slaap. Er zit geen leven in. Hij schijnt vele doctoren tegelijkertijd te hebben geconsulteerd en had een pakhuis aan medicijnen. De man heeft zichzelf vergiftigd en stierf exact op zijn 50e.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten