dinsdag 22 oktober 2019

Adrie de Groen - Een goed leven in een zorginstelling


Adrianus Mattheus de Groen met dezelfde voornamen als zijn grootvader werd geboren te Amsterdam in 1914. Hij was van beroep letterzetter, later technisch corrector, in navolging zijns vaders die boekdrukker was. Zijn oom was loodgieter.
Zijn moeder heeft een merkwaardig verleden afkomstig te zijn van een echtpaar dat medio 18e eeuw uit Frankrijk kwam. Verder is in vaders- en moederskant alles Hollands en sterft die Franse naam uit.

Al in 1929 was Adrie woonachtig te Zwolle maar woont in de bezettingsjaren te Groningen. Aldaar huwt hij in 1942 en krijgt een zoon in 1943 die vernoemd wordt naar zijn grootvader. Maar het huwelijk wordt ontbonden in 1947 zodat hij zijn kind maar drie jaren heeft gekend. Eenmaal in Amsterdam leeft hij altijd alleen.
Zijn zuster is gehuwd met Jo van Marle (1924-1995).

A.M. de Groen, geb. 1914 te Amsterdam
 
Omstreeks 1967 krijgt hij een hersenbloeding en wordt opgenomen, zijn woning houdt hij een paar jaar aan, in De Buitenhof. Aldaar heeft hij een oplettende positie. Zijn spraak is moeizaam maar duidelijk. Ik heb hem nooit zien lopen.

Toen onze moeder begin 80er in De Buitenhof belandde had Adrie snel een amicaal contact. Maar mijn moeder liet nooit merken hem sympathiek te vinden. Waar vind je een innemende man die je wegwijs maakt in het verplegend gebeuren? De moeder zal het een steun geweest zijn hoe te leren je aan te passen aan een nieuwe situatie zonder optie op terugkeer naar de vertrouwde woning, voor zovelen een hartverscheurend probleem. Hij sprak veel met de moeder en kwam gedetailleerd veel te weten over het wel en wee van onze Geschwister als ik. Dat was erg gezellig maar ook iets te indiscreet zonder het te weten dat een ander weet… Maar alles was goed bedoeld, geen kwaad woord.

Eens maakte Adrie een opmerking in 10 jaar maar eenmaal door zijn zoon te zijn bezocht. Wij waren was geschokt, immens wij kinderen en zeker ik die niet veraf woonde was bezoek een ethische zaak. Een vrouw die zo ontzettend goed, veelal te goed, ons verzorgd heeft verdient het zelf bezocht te worden om de binding met de kinderen te consolideren. Maar zijn zoon heeft de vader nooit gekend, is opgevoed door zijn moeder te Groningen. Waarom zou hij naar een totaal onbekende man gaan te Amsterdam? De biologische vader zoeken loopt veelal uit op een desillusie zoals bij oorlogs- en bevrijdingskinderen. En waarover zou je moeten spreken? Een opsomming van het verblijf in een inrichting is prozaïsch.

Eens vroeg hij mij uit het kastje in zijn kamer wat te pakken. Ik deed dit met hartkloppen niet aangezien te worden voor een dief. Maar het is goed gegaan.

Adrie heeft mijn Duitse vriendin gezien, later zei hij haar een echt moffinnetje te vinden. Maar dit is niet kwaad bedoeld, nu eenmaal zijn taalgebruik.

Na het overlijden van mijn moeder werd de gemeenschapsruimte voor eten en ontspanning opgeheven, de patiënten bleven permanent op hun kamer. Ik heb Adrie nog een aantal malen bezocht, op 12-3-1994 en hij zei dat het ‘n beter leven is dan voorheen, op 16-5-1994, 25-11-1994, 22-7-1995 en was bij de balie op 11-4-1998. Daar hoorde ik dat meneer De Groen onlangs is overleden. Hij is dus 83 geworden.