zondag 26 maart 2017

Het Bevrijdingsfeest 1955 in de Pieter Lodewijk Takstraat hoek Burgemeester Tellegenstraat en op het Thérèse Schwartzeplein

Vroeg naar bed zijn de schoolgaande kinderen zeker niet gegaan, het was immers op donderdag de 5e mei 1955 een vrije feestdag van de tienjarige Bevrijding. De school deed niet meer activiteit dat een rijtje illegaal verspreide stencils voor het klasseraam tentoon te stellen doch op afstand waren de lettertjes te klein om te lezen, laat staan dat wij de inhoud ervan  begrepen zouden hebben.
 
 Diverse spellen werden georganiseerd op het Thérèse Schwartzeplein, gelegen in Amsterdam Oud-Zuid naast het befaamde gebouw van de woningbouwvereniging De Dageraad met de architectuur van de Amsterdamse School door P. Kramer en M. de Klerk. Nog altijd komen reisbussen vol gestudeerde mensen die dit gebouw van buiten willen bekijken doch geen weet krijgen dat de binnenruimten allerminst geriefelijk waren als ze ondergeschikt zijn gemaakt aan de buitengevel.
Vrijwilligers stuurden de aanstromende jongelui van de zo kinderrijke omgeving naar de plekken waar spelers benodigd werden en mij naar een dik touw bij welks een der einden een jongen stond te wachten op zijn tegenstander. Wij trekken, ik zette mijn hakken in het zachte gras en kon zonder moeite over de krijtstreep komen. Als beloning kreeg ik een met blauwige kapiteinskop voorzien vrijkaartje voor een rondvaart voor twee personen (de ouder dus bedoeld). De stad Amsterdam heeft zich bepaald moeite getroost in zovele buurten en wijken festiviteiten voor te bereiden!
Maar na het avondeten begaven wij ons naar de Pieter Lodewijk Takstraat hoek Burgemeester Tellegenstraat (voor 1927 Coöperatiestraat geheten) alwaar een podium was opgericht. Dat zal een dagje timmerwerk gegeven hebben! De kinderen mochten vooraan staan zodat we niet meer goed weten of er een menigte van volwassenen de voorstelling heeft bijgewoond. Echter hadden wij daar geen aandacht voor, we keken vooruit! De ene sketch na de andere werd opgevoerd, misschien ook nog een accordeonist. Er is maar een toneelstuk dat mij bijgebleven is vanwege een schier bizarre inhoud.

Er werden drie stoelen klaargezet waarop in het midden een jongeman plaatsnam in een keurig colbert, rechts en links van hem een man of een vrouw of twee vrouwen. We verplaatsen ons naar een denkbeeldige voetbalwedstrijd waar enthousiast publiek het op een schreeuwen en gillen zet teneinde de spelers aan te moedigen. Plots strekt een zijn arm en grijpt de mouw van de middelste man. We horen het pak lichtjes scheuren maar zien nog niets. Vervolgens gilt en krijst de ander om ongezien de middelste vast te pakken, hem dan oorverdovend aan te schreeuwen hoe hij toch naar het gebeuren op het veld moet kijken! Nu gaat de mouw echt scheuren en onze monden vallen open van verbazing hoe zoiets nu kan? Zo ging het verder en werd het steeds erger, te langen leste resteerde van zijn colbert niet veel meer dan een bos flarden en rafels. Wij zijn bijgekomen en horen de middelste verzuchten: “Als ik dit eerder had geweten was ik niet naar de wedstrijd gekomen!“
Ouder geworden heb ik nog wel gedacht aan dit gebeuren, en begreep ik dat zo een pak de eerste pas wordt genoemd met rijggaren om eventueel correcties aan te kunnen brengen. Maar ook vroeg ik mij af of de vrouw of twee vrouwen tijdens de Bevrijding ook zo te keer zijn gegaan met hunne uitspattingen...?


Amsterdamse School, Willem Passtoorsstraat hoek Thérèse Schwartzestraat (1924).