donderdag 19 januari 2017

De manke sigarenman Versteeg

Gerardus A. Versteeg was eerder marktkoopman in garnituren totdat hij in 1951 een sigarenzaak kon overnemen aan de 2e van der Helststraat, hoek Pastelstraat. Een armetierig winkeltje met krakende vloer en onooglijke vloerbedekking maar altijd verwarmd.
Hij is geboren in 1902 als Amsterdammer, had ook een stedelijk spraakje. Hierin wist hij met onuitputtelijke moeite te zwammen, op zo een manier dat je niet van hem afkwam. Het leek wel dat hij mij als jongmens mocht maar hij vergist zich, ik ben altijd leergierig!
Ik hem niet, dat geklets is wel even leuk maar houdt dan ook op. Ik kwam vanaf eind 1964 voor mijn Elisabeth Bas, de bolknak die ik toentertijd rookte. Deze was verpakt in een ijzeren doosje dat in feite niet zo onderhevig was aan de buitentemperatuur.
Zijn vrouw Gerardina, vijf jaar ouder dan hij, ontving mij vaak maar kon vanwege haar debiliteit niets aan. Dan riep zij Gerardus die dan mankerwijs de zaak in kwam strompelen en meteen begon te dazen, ook al was hij nog aan het eten geweest. Hoe hij zijn wilde jaren genoten heeft was een gretig gespreks- en fantasiepunt van hem.
Zo is het jaren gegaan totdat hij onverwachts een metalen apparaat te voorschijn haalde waarin je met dubbeltjes kon gokken. Dit vond ik wel te ver gaan. Ik weigerde en ben nooit meer teruggekomen.

Het meest merkwaardige is dat buurman Siliakus met hem bevriend is geweest. Deze is van 1898, dus gelijkwaardige leeftijden maar met veel meer ampleur. Hoe dan een omgang is kan ik mij niet voorstellen. Spraakwater is ook uiting van debiliteit.
Toch scheidden hun wegen daar Versteeg op zijn 67e verhuist naar Nieuw West, vlak bij het winkelcentrum Plein 40-45. Ik kan mij niet indenken dat Siliakus van 1969 tot 1984 naar hem toe gereisd is, omgekeerd evenmin.
Zowel Versteeg als Siliakus overleden in 1985 en waren vereend in stoppen met roken.