vrijdag 22 januari 2021

De saaiste straat van Amsterdam: Burgemeester Tellegenstraat

Essay uit 1993

Burgemeester Tellegenstraat 70-76.

Motivering.

Je passeert ongewoon vlug deze stompe hoek om het zijnde middenschip; analoog op een steiger draal je niet, maar bent vol spanning het dek te voelen, om te zien en rustig de impressies te verwerken als voorbereiding op de lange reis. We zijn beland op de Pieter Lodewijk Takstraat, ten onrechte geen avenue geheten. Oral history leerde dat de bewoners vanaf maart 1923 woonden te midden van een zee (!) van bloemen, wat nu voor een enkele enthousiasteling nog een dagelijkse activiteit betekent. Toentertijd begon de reis naar het geluk op aarde, gezeten in een arbeiders ideaal woning met edele motieven. Maar dit stomphoekige toegangsweggetje slaat dood en van jongs af aan liep ik er vlug door om òf de P.L. Takstraat, òf om de Willem Passtoorsstraat, waar ik tot 1971 woonachtig was, te bereiken en het gevoel te hebben, dat je "er was“.

                                                                                                 

Ik woonde dus in een Onze Woning-woning en was daar in die relatief toentertijd (nog) nette buurt redelijk gelukkig, alhoewel het autoverkeer vanaf 1955 in toenemende mate lawaai en stank veroorzaakte. De mensen werden ouder en vielen af, onbekenden namen hun plaats in. Mijn moeder bezat een vriendin, die woonde aan de Thérèse Schwarzestraat in die Amsterdamsche School; maar deze vrouw heeft zich nooit en te nimmer gunstig uit­gelaten over de kwaliteit van die edelwoningen: tocht, vocht en hoeken, rothoeken, waar­bij de bewoner zich in kronkels moest draaien om de inboedel nog enigszins te kunnen plaatsen! Een uitzicht van stoornis, door de architecten damals bedoeld om uit het raam hangen te voorkomen... Van buiten is de zaak echter het meest interessant: ook gistermiddag, toen ik voorzichtig na vele jaren weer eens polshoogte nam van de status quo, zag ik een dozijn gevelstaarders uit den lande aandachtig bezig zijn, van wie enkelen zelfs de bak­stenen van dichtbij gingen observeren... Alhoewel ik dus woonde bovenop de Klingsortuin heb ik er nimmer een boodschap aan gehad, ondanks wat lezen, zien en horen over die bijzondere, wellicht wereldberoemde bouw. Mijn geheime stelling is: dat die bouw steeds overgeëstimeerd wordt ter wille van zekere publicity van de stad Amsterdam; na 70 jaar verdient de stad er nog een stuiver aan! Het idee is leuk, de bewoning is naar. Dat pleintje is aardig om te zien, maar niet lang. Vroeger stond er een bord niet te wandelen op het plantsoen, gevaarlijk voor de grassprietjes... Begin 80er werden enige woningen aan de WP als proef gerenoveerd en gedroogd (I) met een blaasmachine die dag en nacht ronkte. Dan wilde ik nog eens die ellendige hoek uitproberen, om gelijk Flaubert de aller­vroegste herinnering te laten opdoemen, en ja hoor, die stompe hoek zij vervloekt.

Overigens ben ik van mening dat het voormalige Oud-Zuid ten onrechte is geannexeerd aan die die Pijp,waarvan acte.

Jos Heitmann

Lees ook:

Het Bevrijdingsfeest 1955 in de Pieter Lodewijk Takstraat hoek Burgemeester Tellegenstraat en op het Thérèse Schwartzeplein