Opgericht in 1880 en
eerste loop 1881, met particulier initiatief, is het Gezelschap (deze
naam dateert van 1893) a.g.v. de tand des Tijds toe aan een drastische
wijziging der statuten. Deze dateren namelijk van 1937 (met
weliswaar 'n wijziging in 1970), maar 1942 speelt een hoogst
merkwaardige rol in haar historie: het bisdom modificeert het Gezelschap
in een kerkelijke organisatie, derhalve blijvend van leken
teneinde confiscatie door de bezettende macht voor te zijn. Een unieke
compositie in kerkelijk Nederland, als men niet direct ziet de bizarre
associatie met al die mannelijke en vrouwelijke leken heden ten dage die
pastorale ambten vervullen in op sterven na bestaande kerkgebouwen... De rector van het Begijnhof, juridisch eigenaar van de Heilige Stede, is ergo qualitate qua lid van het bestuur maar blijft in een lekenvereniging niettemin zijdelings.
Het begijnhof met de Engelsche Kerk, gezien rondom aan den buitenkant.
Aan de voorzijde, tussen het hof en de huizen van de Kalverstraat, de Schysloot;
het water links is het Spui
Het Gezelschap is in de
stichtingsvorm gegoten geweest. Notaris Lourijsen uit Den Haag,
specialist in Kerkelijk Recht, weet de Stichting uit te splitsen in een
Ondersteunende, waarin reservevermogen en kunstbezit worden
ondergebracht. Het Gezelschap is een parapluie vóór 80 zelfstandige
zusterorganisaties in den Lande (waren er 1935: 200) met als voornaamste doel de openbare organisatie van de stille processie (vandaar de naam stille omgang) met de politie.
De Heilige Mis gaat,
wat niet anders te verwachten, in ABN, maar het Credo (III) wordt
"gezongen" in het Latijn. Het ad hoc-koor, bestaande uit tien man en één
vrouw, zingt het Credo geheel, het publiek eveneens, zonder
inachtneming van het antifonale karakter. De decibels waren wel zó
ongelofelijk dat het een epithalamium geleek! Het Credo als rudiment van het Tridentijnse verleden bij de achterlijke plattelanders.
De rector Johannes
Gerardus Maria van Burgsteden, eerst hulpbisschop sinds 2000, houdt,
wat tot een nieuwe gewoonte gemaakt is, een indringende speech over het Viaticum,
bij Paulus al voor Malta met succes gepraktiseerd geworden en welke
naam thans resteert voor doodzieken. Het Eucharistia is nu statisch
geworden. De omgang is echter een reis met alle symboliek.
Iets bijzonders is de
familietraditie in het bestuur: de 15 jaar zittende voorzitter Maarten
A.M. Elsenburg is nazaat van de oprichter (1880) C.A.J. Elsenburg en
krijgt in de beide stichtingen twee petten op. Loeigevaarlijk in het
algemeen en het mag misschien niet eens, althans het kan onfatsoenlijk
zijn. Maar wie zal een zó geëngageerd personnage verwijten, wetend dat
zelfs de notaris een familiaire binding ter wille van een zorgenloze
continuïteit respecteert? Echter, nà deze man is die familiebinding,
want de dochter is onverschillig, in onze generatie wel voorbij.
De intenties voor de
ommegang zijn kort maar krachtig. Men dient de blik gericht te houden op
de grond. Het Gezelschap is niet aansprakelijk voor opgelopen
hondenbeten tijdens de rit, waarmee in de nieuwe statuten rekening
gehouden. Het bisdom moet nog goedkeuring verlenen.
Perspectief is die zogenaamde œcumene. Hoe de heden ten dage meelopende heren calvinisten na hun sacrilegium
van de Heilige Stede op 1 juni 1578 dit verantwoorden kunnen, blijft
mij vooralsnog schimmig als in de nacht; of ze Vondels credo "Altaergeheimenissen" (anno 1645) nog eens gaan lezen als tegenprestatie?
Amsterdam, 27 oktober 1998
Geen opmerkingen:
Een reactie posten