“Het Latijn is afgeschaft geworden; dier consequenties zijn nog niet te overzien, een door abt Dom Guéranger te Solesmes in 1833 begonnen werk de eenheidder liturgie te herstellen wordt zomaar door het 2e Vaticaans Concilie (1969) vernietigd zodat nu ieder land z’n eigen spraakje of dialect brabbelt en murmelt.
Priesters lopen weg of komen niet meer en de Paus zelve loopt voor het eerst, zeg, over de grond, zonder kroon want anders zou deze toch maar afvallen bij het knielen, bukken en kussen.
Eenheid is d.m.v. zelfde taal, gebaren en rituelen, waarin men bijeen is door deze met elkaar te delen. (Rijmt.) En dit geeft geluk, alvast wat, hopenlijk later meer”
PIGNUS FUTURAE GLORIAE
(Onderpand van de toekomstige heerlijkheid)
Aldus ongeveer bittere woorden door prof. Dr. P.G.J.M. Raedts S.J., hoogleraar Middeleeuwse Geschiedenis te Nijmegen en Leiden, voor de 6e lustrumvergadering der Vereniging voor Latijnse Liturgie op zaterdag 17 mei 1997 te Maarssen-dorp; een club in 1967 door leken (!) opgericht met als doel het Latijn en de Gregoriaanse muziek in de roomskatholieke eredienst te redden voor de toekomst en ook de toekomst te redden van desintegratie en geestelijke ondergang (denk aan: ieder voor zich, lekker rarig. (Rijmt.)
Men maakt Latijnse (+ Nederlandse vertaling) kerkboeken, schrijft teksten (niet in maar) over Latijn en men verkoopt zelfs een Handboek voor het Kerklatijn (F85,-!). In hun groene boekje “Directorium” staan namen van die kerken waar nog in Latijn gesproken en gezongen wordt; het nabijst is de:Krijtberg/Singel, iedere zondag 11:00 uur.
Is er nog hoop? Ja, met Latijn in twee andere functies nu:
1. De kerk leidt niet (meer) de maatschappij doch begeleidt haar, kritisch en verschaft een oase van rust, bezinning, ‘n diepgaandere wereld dwars op de allerjachtigste vie quotidienne, waartoe het Latijn net dat geeft wat de volkstaal (denk eens aan reclame!) ontbeert;
2. De vrije tijd neemt toe en de exotische aantrekking van een religieuze droomwereld navenant; dit biedt de kerk net als een sprookje, bijna, maar dan wel met echt achtergrondig rotsvast geloof en hoop op een komend Regnum Dei.
Latijn is dus nooit een nostalgie maar altijd een perspectief. Zo is er wel hoop en toekomst, met Latijn.
Amsterdam,
St. Jansdag 1997
Impressie van de lezing.
Geplaatst in Amphora (oude naam), blad Vereniging Vrienden van het Gymnasium J16 (9/1997) n3 p11
Als ook in De Harpoen, schoolblad van het Ignatius Gymnasium Amsterdam (9/1997)
Gedrukte voordracht lezing in serie Geschriften van de Vereniging voor Latijnse Liturgie (1997) n10
Geen opmerkingen:
Een reactie posten