donderdag 6 juni 2013

De Krijtberg. RK kerk St. Franciscus Xaverius te Amsterdam – De Manke Verzekeringsagent Joop Dreumesen

Posted on Sunday, May 02, 2010 12:59 AM

De Krijtberg. RK kerk St. Franciscus Xaverius te Amsterdam – De Manke Verzekeringsagent Joop Dreumesen

“Zijn jarenlange gedrevenheid om onderwerpen tot de bodem uit te zoeken”, sprak de rouwende eerste zoon in zijn threnus, “zorgde ervoor, dat hij een expert werd die tot op het hoogste niveau kon meedraaien. Zijn grote intellectuele bagage werd als bedreigend ervaren.”

Zegt men ook niet intellectuelenwijze de mortuis nil nisi bene en trekt men geen ernstig gelaat? Zo ook hier tijdens het laatste afscheid van de man die in De Krijtberg als een markante persoonlijkheid heeft gegolden. Dat betekent voor wie het gelove…

De zoon Dreumesen is er nimmer bij geweest hoe zijn vader in de koffiekamer elke zondag, jaar in jaar uit zat te raaskallen over alle mogelijke onderwerpen van de wereld en de hemel die hij maar uit zijn rugzak kon trekken, met als voorliefde het noemen van titels van zware boeken, het noemen van het aantal te lezen pagina’s per dag, met hogere stem vermelden van het totaal aantal bladzijden, met als summum het op de hoogste toon zingen van het driecijferig nummer van de pagina waar hij gebleven is. Dan grijnsde de man en wachtte af tot de toehoorders van hun verbijstering waren bekomen.

Over intellectualiteit gesproken, de man bezat niet meer dan het diploma Lager Onderwijs en heeft aanvankelijk als havenarbeider gewerkt, dit te uwer geruststelling. Bang om opgeroepen te worden, dit veronderstel ik als motivering, voor de Arbeitseinsatz meldde hij zich aan de poort van de Achelse Kluis tegen de Belgische grens alwaar in vroegere jaren geestelijken die over de schreef gegaan zijn hun boetetijd moesten doorbrengen. Vandaar het strenge regiem dat geleek op dat van een Duits concentratiekamp. Voor de beoefening van het geloof moet je wel wat opzij zetten!
Echter is de vermelding vanaf zijn 17e tot en met zijn 25e vermoedelijk overdreven, ikzelf heb hem nooit ofte nimmer over zo een ontzettend lange periode horen uiten al is het maar dat de voornoemde op de persoon gerichte tucht hem niet behaagde. Ik geloof veeleer dat hij vanaf 1942 in Duitse krijgsdienst is gegaan wat uiteraard ook opneming in de Waffen Schutzstaffel kan, zou kunnen zijn. En hij daar zijn invaliditeit aan heeft overgehouden. Dit verklaart in elk geval ook zijn opgedane kennis van de Duitse taal. Zijn Latijn kan hij welzeker in het klooster geleerd hebben aangezien de Roomskatholieke Kerk toen nog door en door latinistisch was. Hijzelf heeft nimmer blijk gegeven van een actieve kennis van het Latijn, noch van de Duitse taal maar daarover later meer. Ter vergelijking durf ik te stellen dat de competentie van leraren op een klooster zeker in het niet zinkt bij die van Duitse legerofficieren!

Het was medio negentiger, zwijmelaar Antoine Bodar (geen Jezuïet!) die op het Ig al zat te dromen allang uit de Krijtberg was vertokken, dat ik deze kerk met de Latijnse Hoogmis ging frequenteren. Ik was bang gezien te worden, bang mijn stem te laten horen en bang te staan. Na afloop van de heilige Mis begaf ik mij op uitnodiging naar de koffiekamer en werd door een glimlachende man op mijn gemak gesteld. Hij heeft mij veel verteld en dat bleef zo in de loop der jaren. Ik zelf onthield mij wijselijkerwijs van het uiten van kritiek op zijn persoon.

Wat is nu eigenlijk intellectualiteit?
Je kunt de naam van de schrijver noemen, zijn persoon toelichten van afkomst, opleiding en werk. De werken indelen in vroeg, gerijpt en laat. De tijd waarin beschrijven en de plaats die hij daar inneemt. Een boek uitkiezen en een idee geven van de inhoud, de receptie op zijn tijdgenoten, de beoordeling in later jaren. Eerst dan mag je kritiek leveren met de ogen van nu. Eerbied voor een schrijver staat voorop, hij heeft die prestatie geleverd wat waardering vereist.
Een geheel van deze tijd in een visie verwerken en deze uitdragen te woord en geschrift bepalen de intellectualiteit van de criticus.
En daar kan ik tenslotte de Close Reading aan toevoegen in welke literaire analyse ik weliswaar gelezen heb doch geen beoefening heb verricht.

De presentatie van zijn intellectuele vermogens is vooraf te stellen miserabel geweest.
Hij begon met diep ademhalen en een zin uit te spreken die de aandacht van de toehoorders aan tafel dient te trekken. De tweede zin volgt hierop met tenslotte, wat betekent een heimelijke afsluiting de derde en laatste zin. Dan eindigt zijn verhaal ondanks het feit dat er tientallen zinnen op zullen volgen.
Wat is nu de truc? Dat is drie zinnen poneren om te (laten) veronderstellen verstand te hebben van het aangeboorde onderwerp die onderling met elkaar in verband moesten staan. Kan, bij hem dan wel eens maar hoeft niet. De volgende zinnen staan los van de voorgaande en behelzen in feite een nieuw onderwerp maar dit hebben de mensen nooit in de gaten gehad, populair causeur als hij is.
Na de derde zin stopt hij, moet hij wel stoppen en wacht af hoe ze overgekomen zijn. Hij lokt reactie uit door een vragende blik of stelt zelfs brutalerwijs een vraag, tart de toehoorder te reageren met een chicane of zegt zelfs wat je zou kunnen zeggen, iets wat de neurasthenische Multatuli zo goed beheerst.
Drie zinnen als blijk van een discursief denken? Het ontbrak hem volkomen aan die intellectuele capaciteit om de doodeenvoudige reden dat de man nimmer een degelijke opleiding heeft genoten! Hij is geboren als amateur en is dit altijd gebleven.

Als hij verder gesproken is of eerder zijn betoog afbreekt is het zijn boerenslimheid de tegenstanders te kweken door hem een zin, woordje of jaartalletje te ontlokken. En dan is hij in zijn nopjes om hen subiet te verslaan want ausgerechnet in die miereneukerige chicane is hij heer en meester. Gevolg is dat men in de loop der tijd hem nauwelijks interrumpeert maar hij er voor zorgt dat er interruptie ontstaat door hemzelf veroorzaakt.

Ik noem dat een rugzak vol drieledige zinnen, woordjes en getallen, naar believen te sorteren.
Het is dat ik een gewaarschuwd mens ben in de zeventiger v.e. een amateur-filosoof ontmoet te hebben die in modules dacht. Hoe je die ook samenvoegt, er kwam altijd wel wat interessants (leuks) uit, daarom heb ik hem immers mijn oor geleend en merkte ik in de loop van een achttal maanden dat de productie exacterwijs gelijkluidend was aan de informatie die ik van hem eerder heb gelezen. Ik vond dit een tragische persoonlijkheid niet in staat geweest te zijn tot het verrichten van zelfstandig denken waartoe immers de grootste wijsgeer van de Westerse civilisatie Immanuel Kant voordurend op heeft aangedrongen!

Geen vermogen tot het aanwenden van discursief denken, het is als een kind dat uitspraken doet over kernfysica of astronomie. En wat is de wetenschap niet rijk aan methoden al is het maar de statistiek, welk woord is de vonnissen en arresten t.a.v. het strafproces van Lucia de Clercq staat vermeld maar wat niet minder de wiskundige Waarschijnlijkheidsrekening is, zij op grond van deze resultaten veroordeeld is geworden maar wat in later jaren is ontkracht. Niet als gevolg van de wetenschappelijke methode toch louter vanwege de slordige toepassing ervan. Beter dan slordig had trouwens ook niet gekund aangezien het feitenmateriaal op krampachtige wijze is verzameld waarin al een ongewenste subjectiviteit wordt ingeslopen die allicht onwetenschappelijk is. De wetenschap van de Waarschijnlijkheidstheorie blijft boven alle twijfel verheven ook al is de verdachte vrouw door het Gerechtshof te Arnhem uiteindelijk vrijgesproken. (Ik zelf zie dat zo dat zij een “restverdenking” behoudt.)

Geen vermogen dus een gedachte behoorlijk op schrift te zetten. De eerste zoon had het wel over zijn schrijven maar dit werd niet getoond; hoe pikant zou het verstrekken van een florilegium uit zijn geschriften wel zijn geweest! Vader is toch zo knap? Eens toonde hij dan daadwerkelijk zijn geschrift: met de ouderwetse schrijfmachine getypt op een gelinieerd schoolschriftvelletje, links boven begonnen en zonder nieuwe zin, zelfs zonder alinea rechts onder beëindigd. Als dit geen debiliteit is?

Zo spreken, praten, converseren en gaarne discussiëren op pietepeuterige onderdelen is zijn denken ten voeten uit en geeft hiermee klaar te kennen een bord voor zijn kop te hebben.

Dan zijn valse trots geleerden van naam na afloop hunner lezing te hebben aangesproken niet zozeer op een ontvouwde (wel discursieve) gedachtevoering, een zin, doch op een woordje. Hij kan dat want een lezing zelve geven is hem uiteraard der zaak niet vergund. Van de tien voorbeelden die hij in loop der tijd heeft gegeven hebben zeven niet gereageerd, twee knikten en maar een verontschuldigde zich onder dankzegging onnauwkeurig te zijn geweest. Dit verhaal heeft hij vaak verteld om zijn “intellectualiteit” te bewijzen. Ik heb dit niet bestreden.

Waarom doe ik dit niet?
Ik vind de opbouw van mijn intellectuele kennis een persoonlijke schat die ik niet voor de zwijnen werp. Ik discussieer niet met dommen voorzien van een Lagere School-opleiding. Ik houd niet van strijden met als overduidelijk doel de verwarring alleen maar groter te maken en dat aldus de infantiele chicane alleen maar toeneemt zodat de man met triomf kan zeggen een debat gewonnen te hebben. De domme spreekt en spreekt altijd, zal altijd spreken maar zijn zwijgen was louter bedoeld voer voor zijn neus te krijgen om te kunnen voortgaan zonder dat het onvermogen van discursiviteit opvalt. Je kan trivialerwijs stellen dat hij nooit iets inhoudelijks gezegd heeft!

Het roomskatholieke geloof is in de man heus niet doordacht maar wel sterk aanwezig geweest. Alleen is het ‘n geloof zonder basis, een vertrouwen op een valse zekerheid. Die zocht hij bij geleerden van grote naam en faam als prof. Dr. Mag. J.P.M. van der ploeg O.P. (te Nijmegen, + 2004) die de ultra-orthodoxe vleugel van de Kerk vertegenwoordigde maar in feite aan de zijlijn stond, zelfs bijbelserwijs een roepende in de woestijn is geweest. Ook ik heb Van der Ploeg gekend en veel van hem gelezen als ook zijn secretaris (+) die diens geschriften uitgegeven heeft. Hier is sprake van een verbluffende intellectualiteit met dien verstande dat hij een levend fossiel is geworden. Tragisch maar waar, tempus fugit en retrogradeert niet.

Zijn kritiek op levende in de roomskatholieke gemeenschap is altijd bitter geweest. Niemand deugt, van hier tot in het Vaticaan. Hij wist van obscure bewegingen binnen de Kerk die een paus verketteren, die hele groepen pausen als satanisch veroordelen. Als startpunt is dan de paus van de Contrareformatie nog net goed. Het modernisme (vanaf medio/eind 19e eeuw)  verafschuwde hij en hij wist vlot uitwendig te citeren uit de encycliek Pascendi van 1906 waarin de onafzienbare rijen (literair te waarderen) banvloeken staan voor diegenen die afwijkende gedachten voorstaan. Tevergeefs zoals blijkt uit de geschiedenis van de Kerk. Dan is hij dus zo ouderwets dat je hartelijk kan lachen en dat de huidige als ook de gestorven kerkelijke medewerkers dit moeten gevoeld en geweten hebben om de man noodgedwongen te mijden teneinde conflict te voorkomen. Hier hebben we voornoemde bedreiging die van hem uitging. Hoe conservatiever hoe minder jonge mensen zich geroepen voelen ter kerke te gaan.
Het is de huidige paus geweest die voor een jongerencongres te Keulen zich uitliet tegen homoseksualiteit te zijn (ik onthoud mij nu even van mening, zie mijn essay over De Valse Postulaten van de Homobeweging) maar geen woord uitsprak over de voorhuwelijkse geslachtsgemeenschap. Kon hij ook niet, wetend dat vele duizenden jonkies niet eens een hotelletje hadden en noodgedwongen samen in de slaapzak op het enorme manifestatieterrein moesten overnachten… Had hij ze daarom moeten verjagen?
Dreumesen kon niet zonder gezag in wiens schaduw hij zich kon stellen om zich veilig te voelen. Hier hebben wij al een Sartriaanse analyse dat het geloof een valse zekerheid biedt waar de foetus echt niet om gevraagd heeft. De Heilige Boeken worden je opgedrongen, je door de strot gejaagd om ze op volwassen leeftijd uit te kotsen en je bevrijd te voelen. Hij was nog net te ontwikkeld om slaafs te zijn.

Zo belandden wij op het sacrament van de biecht, voor hem een sacrale gebeurtenis. Hij sprak hier met mij veel over, ik mag niet alles zeggen, het is te intiem en ik moet ook zijn diepste menselijke wezen respecteren. Maar denk nu toch eens in, zo een religieuze intimiteit te begaan met/bij diegene in het priesterambt die je toch niet respecteert om zijn intellectuele vermogens! Voor mij zou dit een dilemma zijn, ik vermoed voor hem ook. Ik geloof dat hij zich ad locum ingehouden heeft kritiek te leveren om uitsluitend gebruik te maken van de bevoegdheid den geestelijken gegeven. Dan ontstaat pijnlijkerwijs een routine die toch een slaafsheid aan de dag legt. Het is dit punt dat ik stel wat hij nooit overwonnen heeft, wel fundamentele kritiek maar niet een fundamentele afwijzing. De existentiële angst par excellence, volgens Sartre: zonder kerk is hij niets meer!

Zovele jaren in de Krijtberg en opeens… was hij weg zonder ook maar enig afscheid. Hij ging nog een aantal malen naar de Onze Lieve Vrouwe Kerk aan de Keizersgracht, een bolwerk van de ultraconservatieve Opus Dei, en biechtte aldaar. Ik zocht hem eens op, genoot wel van de Heilige Mis, dat wel, sprak hem na afloop waar hij ook over de biecht sprak. Zo een vertrouwen zich tegenover mij te uiten heeft hij in mij wel gehad! Ook hier was de biecht duidelijk een routine. Het was de enige zekerheid voor zijn hele existentie. Hij zou door medische ingrepen niet meer in staat zijn naar Amsterdam af te reizen en bleef dus gekluisterd aan zijn woonplaats met een Nederlandstalige en soms zijn zo verafschuwde œcumenische mis.

AMSTERDAM
2 mei 2010





Geen opmerkingen:

Een reactie posten