woensdag 3 juli 2013

Op de KunstRAI met een Louise vol Verwachting

Van huis was ik naar de RAI-Amstelhal gewandeld omdat het station RAI in aanbouw was. Eenmaal gearriveerd geen Louise te bekennen die eigenlijk gewoon Loes Frech heet. Ik ging zitten op een muurtje, wandelde wat en ging verderaf zitten. Toen zag ik haar aanfietsen en voor de deur staan staren. Ik snelde naar haar toe.

KunstRAI 5 juni 1993
Wij hadden voor 5 juni 1993 afgesproken, het was een idee van mij en ze hapte meteen. Zij had zich al op 18 maart aan mij voorgesteld. De toegangsprijs was vijftien gulden, aardig wat geld maar je kon dan ook eersteklas schilders bekijken uit binnen- en buitenland, de exposeurs waren galerieën. Het meest verrassende was een Italiaanse meester die met dunne verf gooide waardoor er vlekkerige doeken ontstonden met veel onbevlekt wit. De beheerder noemde ze explosies van kunst. Tja, wij hebben hier geen vulkanen en Apple was dan nog figuratiever!

Vrij snel na het begin moest Louise naar de toilet die beneden moest zijn. Zij snelde weg, ik bleef wachten en na verloop van tijd maakte ik een paar passen in de directe omgeving. Eenmaal terug was zij niet te zien, hetgeen mij bevreemdde, zo lang werk heeft ze toch niet gehad? Opeens spreekt ze mij aan met de mededeling dat zij mij niet meer gezien had.
Dit is geen leuke kennismaking meer, wij beiden keken elkaar aan en zwegen.

Ik hoorde dat zij vegetarisch leeft met vleselijke katten, wel 20 stuks. Elk dier krijgt een individuele liefde en verzorging. Met vacantie naar Verona, ze spreekt een mondje Italiaans maar kent het Duits als de beste. Haar blauwe ogen waren zwaar geschminckt.

Ik trakteerde haar op een koffie en zelf nam ik een broodje beenham van ƒ7,50, na lang wachten op te eten. In feite moest zij daarop ook wachten!

Alles bij elkaar geen succesje, een echte gesprekspartner was zij niet maar verviel in trivialiteiten. Dit had ik niet verwacht. We waren er toch voor de kunst, allicht kan je daarover praten zonder een deskundige te hoeven zijn!
Maar nee, het was eerder saai.

Op de terugweg, wederom wandelen, liep ik naar een terreintje achter de hal tegen een berg rivierstenen aan van fors formaat, zeker uit het buitenland. Er was plaveisel van gemaakt en dat is par excellence werk voor Italianen. Vele stenen waren gehavend, ik kon er drie uitzoeken en in bij de hand zijnde plastic tasjes doen. Deze via het Beatrixpark naar huis te dragen is een inspannende klus geweest waarbij de plastic handvatten in het vlees van mijn handen sneed. Thuis heb ik de stenen gewassen en nadien gevernist. Zij sieren nog altijd de kachel en zijn een leukere herinnering dan die hele KunstRAI!














Café Van Wonderen met een zwakke wonderbaarlijke Vrouw

Tegenover Carmiggelt was gevestigd café Van Wonderen. Een smoezelig interieur met dansende planken als vloerbedekking. Vooraan een lange bar met aan de tegenovergestelde muur kleine tafeltjes. Achteraan een zaal met grotere tafels. Aan het einde de toiletten.

Goedkoop eigenlijk maar het ging om de drank waarbij wij als Mulderklanten naar snakten en toch merendeels stonden. De zaak was open tot twee uur vandaar onze afzakkertjes.

Van het nette en beschaafde café Mulder naar een minder net en minder beschaafd Van Wonderen. Immers het publiek was er ook naar, veelal volksmensen en volksvrouwen die goed bij elkaar pasten. De humor was laag bij de grond, wij hoorden maar reageerden niet. Mocht een grap gemaakt worden dan moest de heer Van Wonderen (naar wie de zaak is vernoemd) harder lachen. Mocht men hard lachen dan diende een reactie zich een bult te lachen. Alles om de klanten te binden. Hierin is de reden gelegen dat wij Mulderklanten weliswaar geduld werden, we brachten immers geld in het laatje maar dat wij niet per avond urenlang vertier zochten, wat minder oplevert. De baas was katholiek, waarvoor hij eerlijk uitkwam en in je beroep zondig gedrag toepassen is geoorloofd hetgeen ook geldt voor een beurshandelaar in dienst van de Mammon.
Mevrouw Suzanne Van Wonderen-Boersma (verjaardag 9e juni 1979) was een schat van een vrouw en altijd correct gekleed. Dat ik wel eens een complimentje maakte kon zij ten zeerste appreciëren om een volgend keer daarop te wachten. Om haar ranke enkel een dun kettinkje. In elk geval was het heerlijk haar te zien. Voor de horeca was zij echter te zwak: altijd maar dat meepraten, meelachen en meesmoezen werden haar teveel. Als zij niet een half jaar thuis gebleven is met een depressie weet ik niet maar lang was het zeker, op 12 mei 1979 "was ze al op" maar werkt nog niet. Toen zij wederkeerde was zij een stuk gewoner en rustiger, dat had zij eerder moeten bedenken om zichzelf te blijven.


Elisabeth Brigitte bovenaan de stenen Trap

Op de 4e november in het donker besteeg ik het stenen trappetje en begroette Elisabeth Brigitte. Wij hadden een fijne babbel maar dronken niets. Ze kon goed praten en beheerste het Nederlands zonder probleem. Dat valt niet anders te verwachten daar zij de dochter is van de schrijver Emanuel van Loggem die leefde van 1916 tot 1998.

Maar ik spreek hier over 1975 voor deze wonderbaarlijke ontmoeting die mij echt goed gedaan heeft. Ze was fleurig gekleed en had een vriendelijke blik. Dan namen wij afscheid.

"Het geheugen is de schatkist van het verstand."
Manuel van Loggem