Hyves Polinco 27-1-2010
Wij lazen op school de Max Havelaar, ik zelfs met mijn leergierigheid tweemaal, vanwege de litteraire waarde.
Schrijven kan die man beslist, ik bezit de Garmond Editie van 1910,
echter is veel van de teksten polemiek welke slechts verstaan kan worden
na grondige kennis van de 19e eeuwse litteraire constellatie. Deze eeuw
echter, na 1918 ouderwets geworden, zonder dat wij 'n laudator temporis acti
willen zijn is nog in leven gehouden door Marita Mathijsen voor wie wij
hoog respect koesteren dat zij in haar hoogleraarschap heur activiteit
par excellence heeft toegespitst op de grote geestesproducten die deze
ook door mij bewonderde eeuw heeft voortgebracht.
Moet de Havelaar daar ook onder vallen?
Ja, als het de literaire waarde betreft, ik heb de bijdrage van prof.
Dr. J.C. Brandt Corstius
(vader van ...) uit 1962 gelezen waarin een
grondige analyse van de Havelaar doch als Eduard Douwes Dekker als een
of andere activist wordt gepresenteerd, dan nee, zou dit in strijd met
de waarheid zijn!
De voornaamste persoonlijke activiteit van de auteur, zelf aristocraat,
is trouwens het vergaren van geldelijke middelen voor de instandhouding
van zijn status waarmee hij wel balanceerde op de rand van het
wettelijk toelaatbare, ik zeg dat hij aan een zowat colporterende wijze
aan afpersing deed. Dit boek heeft hij geschreven uit frustratie geen
maatschappelijke carrière hem vergund te zien geworden, hij was gewoon
incompetent als bestuurder in de Oost als onvermogend fatsoenlijk
beheerder te zijn van zijn eigen financiën.
Hoe heeft dit kunnen gebeuren?
Naar mijn idee, waarbij ik indertijd wat mening gekregen heb van wijlen
Dr. Hans Reeser, verbonden aan de UB, is de stoot gegeven door de
gewiekste uitgever G.A. van Oorschot. Deze colporteerde ook om bijdragen
te laten verrichten voor de vervaardiging en oprichting van een beeld
ter ere van Multatuli. Toen al werd de schrijver gebracht als een rebels
genie, als 'n Marx of 'n Lenin die zowat de wereld, ons land veranderd
heeft...
Gewoon een commercieel praatje dat het in de toen nog linkse politieke
sfeer best goed deed. Ik beken een bijdrage aan de kosten voor het beeld
te hebben verricht en nadien Van Oorschot nog om een
betalingsbevestiging te hebben gevraagd. De man schreef mij echt terug,
waarvoor ik hem nog altijd dankbaar ben. Maar dat geld is een blijk van
bewondering voor niemand minder dan de schrijver.
In 1987 onthulde niemand minder dan koningin Beatrix...
het verse standbeeld van een grote melancholische kop op een klein
lichaam. Je moet er maar van houden, de tijd van de ruiterstandbeelden
is allang voorbij. Maar waarom een Oranjetelg terwijl Multatuli Bea's
overgrootvader koning Willem III zowat terroristisch heeft afgeslacht?
Een woordvoerder van het Multatuligenootschap uitte tegenover mij
indertijd zijn nijd om dit gebeuren temeer daar er geen enkele linkse
rakker laat staan ene originele Javaan bij de gebeurtenis is uitgenodigd
geworden! Hiermee is duidelijk dat Multatuli toch behoort tot het
establishment van de litteraire republiek en toch geen activist is een
aanslag te willen plegen op de Nederlandse Staat!
En dan de tentoonstelling in de Bijzondere Collecties aan de Turfmarkt te Amsterdam.
Ik ben niet gegaan want er zit mij iets dwars. Mathijsen gaf er ook een
lezing om na haar het woord te geven, hoe is het in godsnaam mogelijk (o
nee, met zo een frase moet je bij Multatuli niet aankomen) aan ... Job Cohen! Even stilte...
Dit moet voordien gebeurd zijn: onder een etentje van Mathijsen, haar
vriend Cohens broer en Job zelve kwam de komende opening ter sprake
hetgeen haar bracht op de idee Job maar eens een passage voor te laten
lezen uit de Havelaar! "Doe het toch", drong zij aan, "Je hebt zo een
sonore stem en zo een goed voorkomen." Wat een kunst zeg, zo wordt het
boek toch weer in een linkse, wellicht multiculturele hoek geduwd. Dit
had nooit gemogen.
Dit is afschuwelijk.
Dit is geschiedvervalsing!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten