woensdag 31 juli 2013

Leni Dondorp zoekt de Ware Jacob

"Ik heb de ware Jacob nog niet gevonden maar dan mag ik heus wel een lieve vriend zoeken."

Dit verklaarde Leni (Helena) in 1972 of eerder voor de klas, het klinkt wat intiem maar kinderen zijn nu eenmaal nieuwsgierig als ze zelf een vader en moeder hebben en ze bemerken dat de hoofdonderwijzeres alleen woont. Het is eigenlijk ontroerend eerlijk! Waarom zou dit niet mogen? In haar vak weet ze wat ze doet en hoever ze kan gaan. Via Sextant ontmoette ik haar begin 1973 en het klikte het meteen. Dit maandblad is van de NVSH en contact is direct gericht op seksualiteit, laten we er geen doekjes om winden met een lange aanloop van diner, uitgaan en vacantie. Eerder het omgekeerde want wij verlangen beiden naar intimiteit. En die was heerlijk!
Zij at bij mij en ik at bij haar, we telefoneerden aardig wat.

Ondertussen gaf ze een enthousiaste beschrijving van het onderwijzersvak (Montessori) en ried zij mij aan toch vooral te spreken met de heer Bakker van de kweekschool (ergens bij de Amstelveenseweg). Laat ik dat nu ook doen ook! Het is een ontzettend sympathieke man die zich geheel en al inzet voor de opleiding. We namen afscheid maar een studie na ooit de universiteit vaarwel te hebben gezegd zag ik toch niet zo zitten meer. En wie zegt dat ik met kinderen kan omgaan?

Aangezien ik sprak over de Vrijdenkers mocht ik van haar het boek "Handboek voor den Vrijdenker"  lenen van Domela Nieuwenhuis (staat nu digitaal in de dbnl). Kern van zijn betoog, eerder voor ongeschoolden geschreven, hij was een getalenteerd didacticus, is dat de aardse werkelijkheid niet overstegen kan worden naar een trancendendale, dit noemt hij een salto mortale of wel een grote gok.
Uiteraard heb ik dit boek wat eigenlijk haar familiebezit is teruggegeven.

Leni is blond, 36 en volslank, haar lengte is 1.74m. Ze was echt mooi om te zien. Waarschijnlijk een geseculariseerde Joodse achtergrond. Ze had een mooie stem, sprak zeer gemoduleerd.

Ik geloof dat we op 23 maart naar het Concertgebouw zijn gegaan voor het Concertgebouw Orkest o.l.v. Bernard Haitink. Janet Baker mezzosopraan. We kregen de aria Parto van Mozart uit de Clemenza, de Pavane van Ravel, de Wesendoncklieder (ik was al Wagnerliefhebber maar zou over drie jaar pas lid worden van het Wagnergenootschap in Amsterdam) en de 5e van Mahler. Op die avond vertrouwde zij mij toe afkeer te hebben van bezoekers met een dom uiterlijk. Nu kan je hierop niet zo direct iemand be- of veroordelen maar de fysiognomie heeft altijd een rol gespeeld, zeker bij de kennismaking als bij ons! Toch had ze dit niet moeten zeggen, het vak onderwijzer is dan ook weer niet zó intellectueel.

Eens was ik bij haar en telefoneert zij met haar bejaarde ouders. Die zullen wel behoorlijk ter been zijn geweest maar geestelijk wat hulpbehoevend. Ik hoorde Leni met aandringende intonatie hun raad geven, dit kwam mij nogal komisch over! Victoriaans de tafelpoten omkleed met kousjes. Is zij zo gebonden gebleven aan pappa en mamma? Nee toch, Leni is een vrije vrouw wat blijkt uit onze relatie. Maar toch zat mij dat niet lekker, zo een slaafse aanhankelijkheid. Mijn moeder kwam ook wel bij mij thuis, ze stofte en boende wat en schilde vast de aardappelen. Als ik thuis kwam was dat best fijn. Maar ik maakte er geen moederbinding van, dat is van de zotte. Daar zeg ik het, ik vond haar zot maar sprak dit niet uit. Toch moet ze het met haar intelligentie gevoeld hebben, kort daarna zei ze "een probleem" te hebben..., in de betekenis van een andere of betere vriend. Nu wel de ware? We namen beleefd afscheid van elkaar.




maandag 29 juli 2013

Boudewijn Ietswaart vermorzelt een Communistenjong


Op 4 augustus 1979 vond in café Mulder het tweegevecht plaats met het ons bekende communistenjong Eric Nannen (26 jaar). Deze was al jaren onophoudelijk bezig te schelden op het kapitalisme, dat op zich inhoudelijke kritiek op basis van een studieuze visie had kunnen zijn maar als hij uiting doet van "het doden van directeuren" wordt hij door niemand meer serieus genomen.
Ook op deze avond als er al niet gescheld is op alles wat nazi is, had plaatsgevonden of nog plaatsvindt.... Zo had hij het over de Duitse militaire ganzenpas maar de Russen marcheren toch ook?



Kloosterliefde

Wij raakten met hem in gesprek, in het begin was het twee tegen een. Het is deze avond geweest dat Eric vertelde over zijn driemaal per jaar-retraîte in een rooms-katholiek klooster, de beroemde Achelse kluis te Borkel en Schaft (N.B. nabij de Belgische grens). Ik was verbijsterd, een atheïstische jongen die zijn hart uitstort tegenover een oude pater die hem welwillend aanhoort (wat overigens zijn vak is). Was zijn eenzaamheid door zelf veroorzaakte maatschappelijke isolering zó schrijnend dat hij toevlucht zocht tot een priester terwijl er in die tijd toch legio rijkelijk gesubsidieerde maatschappelijke organisaties bestonden?


Boudewijn Ietswaart vermorzelt een Communistenjong


Gewend om door te dazen is het vanavond een ander rollenspel. Boudewijn, in alle rust, zelfverzekerde stem geeft hem van repliek, niet dat oplaaiende spreken als het jong, maar in volle rust, schaakzet voor zet, nooit aarzelend maar trefzeker, mise au point. Dan gebeurt er iets onverwachts: hevig geëmotioneerd vlucht Eric in paniek de zaak uit.

De machtige Kerk

Ik verifieerde de praktijk van die Achelse kluis en zie dat er maandelijks een weekend is. Het is oorspronkelijk een klooster waar priesters die over de schreef zijn gegaan boete moeten doen voor hunne ellendige zonden teneinde weer opgenomen te mogen worden in de moederschoot der Kerk. Ook zag ik van Dreumesen een foto uit 1945 met zowat 160 novieten, allemaal jongemannen, die zich voorgenomen hebben op een loopbaan in het religieuze wezen. Echter was in het Heilige Roomsche Leven zo verschrikkelijk veel aanwas dat de Kerk keuze kon maken naar (chicaneus) believen en onze zegsman werd dan ook weggepest (onheus behandeld noemde hij dat eufemistisch). Zelf denk ik dat al die jongeren, allen van lange gestalte en dus uit het Noorden afkomstig, louter naar een klooster zijn gegaan om hun buikje vol te eten want in de Zuidelijke provincies was genoeg voedsel.



'40-'45

Hoe vaak ik Boudewijn vanaf 19-8-1978 in de 70er niet gesproken heb, ik mocht zijn rustige dictie en hij mocht mijn nieuwsgierigheid. Vaak zo niet altijd spraken wij over de oorlog- en bezettingstijd waarin ik veel en geregeld studeerde en waarvan hij persoonlijk scherpe kennis van zaken heeft, een tijdschrift als De Waag kende hij gewoon! Ook van mij heeft hij geleerd en ik over Sybren Modderman van hem. Daarover spraken we met voornoemd kuiken natuurlijk nooit!



Jaren later

Maar op 23 juli 1993 zie ik hem na 12½ jaar weer, dat wil zeggen dat hij mij op 2 oktober 1982 nog heeft begroet op de Albert Cuyp en mij kort voorstelde aan zijn vriendin, ik ben namelijk geregelde bezoeker van De Zwart, en raken wij in een levendige, genot der herkenning, conversatie. Plots komt die Eric ter sprake, hij noemt hem ex-communist, dat verrast mij maar ik heb die knaap ook heel lang niet meer gezien. Hij heeft in de Jasonstraat gewoond maar zou nu geëmigreerd zijn naar het socialistische paradijs van de Bijlmer. Samen grinniken wij hoe we die vrome recalcitrant toch mooi te grazen hebben genomen!

Op de 30e schreef ik Boudewijn nog een brief.



Over Boudewijn: ANNA IS
Ik ontmoette Boudewijn in café Mulder voor het eerst op 19-8-1978.




Pfarrer Jan van Zwieten de Blom irritiert sich gellenderweise im Dunkel

Hoe meer mensen hoe meer kans op een gesprek. Ik sprak Jan van Zwieten de Blom op 30 juni 1978 tussen 00u en 01u30 in café De Eland aan de gelijknamige gracht. Hij was vlot in spreken want hij had natuurlijk conversatietechniek geleerd. Als studentenpastor in het Duitse Bochum werkzaam moet hij het Duits derhalve goed beheersen. Ik verifieerde dit korte tijd later. Zo dit wetende gleden we af op de oorlog- en bezettingstijd en kon ik in het alcoholische duister van de zaak mijn zegje doen. Al ras viel dit niet goed, hij begon zich te irriteren en mompelde het woord racisme. Zo bont heb ik het nu ook weer niet gemaakt, de jongste geschiedenis is altijd mijn belangstelling geweest en vanaf 1970 zowat een dagelijkse bezigheid! Allicht dat je over zaken, niet weinig, soms heel anders denkt en ook anders praat dan de doorsnee krantenlezer of televisiekijker. Maar hij kon daar niet tegen, het kan een diplomatieke prudentie zijnerzijds zijn geweest met naïeve jonge Duitse mensen om te gaan van wie je helemaal niet kan verwachten dat zij in casu een eigen meningsvorming hebben verricht of doorgemaakt.
Met een nors gezicht draaide hij zich om na nog de nodige zinnen met een hevig emotionele lading, het was zowat gillen, geuit te hebben. Ik had van academici wel verwacht dat zij zich rationeler hebben op te stellen, zeg!

Begonnen met zijn mededeling al 13 jaar in De Eland te komen was dit een mooi opstapje met een onbekende te spreken. Echter heb ik hem voordien nooit gezien en later evenmin.

Bron: 
Verificatie bij
Ruhr-Universität Bochum
Abteilung für Evangelische Theologie
19-7-1978

Ook in de bibliografie van Dr. Wilken Veen is heel wat aangaande de Duitse tijd.


vrijdag 26 juli 2013

Drie psychologiestudenten Marlies Ott, Irene van Exel en G. Metzlar komen op rauwe Tartaarbezoek



Wat een vrouwen ik niet heb ontmoet in Café Mulder, ik schreef een uitgebreid verslag van de wederwaardigheden, het is een bewijs dat dit café open stond voor iedereen die zich netjes gedraagt. De baas heeft namelijk eksterogen!

Marlies, Irene en G. waren drie charmante studentes die ik op vrijdag 25 oktober 1974 heb gesproken. Het klikte meteen toen wellicht ook daarom ik de populaire boekjes over psychologie ter sprake bracht die José en Liesbeth ook tot hun kostje hebben gemaakt, ik herinner mij Berne's psychotherapie van de these en antithese in gedrag en Janov's Oerschreeuw maar er waren er nog veel meer. Marlies Ott en Irene van Exel woonden het dichtstbij aan de Ruysdaelstraat, G. Metzlar aan de Oosterparkstraat.

De afspraak was snel gemaakt voor een etentje te mijnen huize. Ze kwamen later dan verwacht, het is 23 november, maar grepen direct naar de opgemaakte schotel verse rauwe tartaar, mijn lievelingsmaal, met een rand van uienringen, zoute en zure etenswaren, geroosterd brood en crackers. Verder zout, mayonaise en mosterd. In het midden van de tartaar was een holletje bevattend een eierdooier, wat ik van voormalig "Harocamo" in Zandvoort heb geleerd. Het leek wel of ze uitgehongerd waren! Welke dranken ben ik mooi vergeten maar pils zullen ze heus niet gemist hebben!

Het jaar hierna op 6 februari 1975 schreef ik een brief aan Irene. Ik vertel over mijn financiële situatie, het drukke straatverkeer en mijn afscheid van de zogenaamde vrijdenkers. De puntdichten die ik deze lui gestuurd heb zijn niet goed aangekomen en hebben zelfs kwaad bloed gezet.
Ik zal nog drie volle jaren in die eerste woning moeten doorbrengen.

In 1978 op 23 november kom ik Marlies tegen in de UB. Zij woont nu in Oost, Irene studeert Bouwkunde.

Dan een verrassing over een hachelijk onderwerp: ontucht in de psychotherapie, of gewoon de mannelijke therapeut vergrijpt zich aan zijn patiënte. Hij heeft er natuurlijk naar toe gepraat en de vrouw is mooi machteloos. Marlies spreekt namens de vakgroep Arbeids- en Organisatiepsychologie UvA waaraan een paginagroot artikel in FOLIA verschijnt op 16-4-1983 p.11 en een week erna weer. Wat op 5-11-1983 werd geschreven weet ik niet meer.

Geloof het maar!
In aansluiting hierop:
Doch ik wist om 1973 al dat de psychologie met name die van Speyer een handig middeltje is als zelf-therapieboek door (Dr.) Simon Speyer (echte voornaam is Dick) die met een knalgele kaft de boekenplank moet ontsieren; ik kocht het op 7 maart en vernietigde het eerst in augustus 1985. Hij beweert hierin dat ieder therapeut kan worden en dat de schoolmatig, dus vakopgeleiden er maar een potje van maken rijk te willen worden. Tijdens de behandeling wordt het lichaam overvloedig aangeraakt, ook de edele delen. Tevens is er een herbeleving van de geboorte waarbij een jas over het hoofd wordt gelegd en de patient door de mouw naar het licht (= einde vagina) moet kijken. Maar vooraf is de afspraak van de kosten ter grootte van een percentage van het belastbaar inkomen. Eenmaal zekere naam in Nederland ging hij ras achter de rokjes aan, een psycholoog net als een kunstenaar kweekt nu eenmaal bewondering en trekt de meisjes aan. Had hij beet gekregen dan schreef hij het symbool Θ in zijn agenda.

Bob de Lange, de hoofdacteur met uitstraling en met een Van Dalsum-stem, in Stille Kracht (1974) naar de roman van Louis Couperus, onderging deze sessies ook om vervolgens zelf het land af te reizen op zoek naar gewillige meisjes, tot eind december 1978 dan. Je moet het spelletje maar kunnen doorzien om meisjes te versieren. Landelijke bekendheid kreeg het boek, er kwamen volgelingen en er werd een Nederlandse Vereniging van Speyer-therapeuten opgericht. Daaraan had de inventeur geen boodschap en zij niet aan hem; hij leefde hier van een uitkering.

Ik vervolg:
In 1985 is de promotie van Marlies Ott met een proefschrift getiteld: Assepoesters en kroonprinsen - een onderzoek naar de minderheidspositie van agentes en verplegers. De loopbaan die agentes geen perspectief biedt demotiveert de vrouw en ze gaat weg. Marlies zelf is werkzaam in hoge leidinggevende functies voor de belangen van hoge functionarissen.

Na ontvangst van de fraaie Ansicht van de voormalige Stifstkirche mit Kreuzgang te Freckenforst (rechts van Münster) jaartal 1129 van 18 juni 1974, ondertekend door Irene en Marlies, is er ondanks hun uitnodiging geen afspraak meer geweest. Ieder ging zijn eigen weg. Toch een leuk antwoord op  mijn vervaardigde sonnet van 15 juni:


dag ott, met transparante ogen;
dag haagse, fors en sierlijk breed;
wat was de tijd snel omgevlogen
met die stekelbaardige proleet.

the'old jazz heeft ons overvallen,
in donk're duist're spaanse sfeer;
drank- en orgelkwal en lallen
stoorden ons in't gespreksverkeer.

zullen we't 'ns keer herhalen
sereen en waardig in't milieu
van kaarsen, volle wijn en brood?

is 'n droom om af te dwalen
van de stress des levens ernst
tot 't kraaien van't morgenrood?






donderdag 25 juli 2013

De sterke Wil van Ans van Vulpen wordt haar fataal


Ik heb mij voorgenomen om voor mijn studie naar het documentatie-archief van Elsevier te gaan met de bibliografische referenties bij de hand, ik was op dinsdag 25 januari 1977 al vroeg op. Ontvangen wordt ik door een behulpzame bibliothecaresse van om de 25 jaar, 1.60-1.65m, met iets dikke bovenlip en wat lage borsten. Zij werkt van half acht tot half vier, zij woont in de proletarische Spaarndammerbuurt. De fotokopieën die in wens maakt zij geroutineerderwijs voor mij, en geleidelijk interesseert zij zich ook voor het doel van mijn onderzoek.

Dit is echter uiterst ongebruikelijk, niet verboden hoor maar de klant behoeft in principe geen bemoeienis te ondergaan met de bedoeling dat hem de gewenste informatie geweigerd zou worden zoals in dictatoriale landen. In de 25 jaar dat ik de UB heb gefrequenteerd is mij nooit om een reden of zo gevraagd, ik zou mij daarbij danig ongelukkig bij gevoeld hebben! De vrijheid is een ieder lief, tenzij iemand, zoals ik zelf meegemaakt heb, een slaafje is van de R.K. Kerk.

Maar hier ten kantore is het heel wat anders. Zij komt uit een roomskatholieke familie omgeving Amersfoort met een gezin van tien kinderen, ze heeft op de R.K. Scholengemeenschap Eemland gezeten en ze is afgestudeerd aan de Frederik Muller Academie. Duidelijk een intelligent meisje!
Maar ook bijdehand, zoals zal blijken. Ik geef mijn adresgegevens en krijg die ook van haar.
Op 30e maken we een afspraakje om op 3 februari bij mij te eten. Maar ik moet de deurbel niet gehoord hebben, we praatten hier later over, dezelfde avond komt Liesbeth Loots onverwachts.
Of is het misschien de Staatsliedenbuurt naar ik gehoord moet hebben op 6 februari, het maakt niet uit, de ene en de andere zijn voornamelijk gevuld met de onderlaag van de bevolking, dat door vertrek van bewoners en de komst/aanwas van bewoners alleen maar overheersend wordt. Alsdan heb je eigenlijk een ghetto. Nee, veel achting heeft ze niet voor haar buurtgenoten, ook ik heb dit moeten ondergaan en weet hoe het voelt als intelligente man met goede opleiding tussen schreeuwend schorem te zitten. Omgekeerd denken die ook weer misprijzend over jou! Vooral conflict voorkomen is een wijze les.

Haar ouders wonen nog in de boerderij, alwaar vijf van de tien nog met de pot meeëten.
Maar op 11 februari is het dan zover, ze eet pannenkoeken bij mij. Wij zullen geen gebrek hebben gehad aan onderwerpen voor de conversatie!
De volgende avond had ik een afspraakje en etentje met een ex-psychiatrische patiënte Patricia uit Rotterdam, mijn energie scheen onuitputtelijk.
Wij belden de 20e nog waarin ze haar Nietscheïaanse standvastigheid toont dat de wil tot alles in staat is. Maar, peins ik, dit is een kwaliteit van de boer die meer dan een stadsmens beseft wat vrijheid is en welke macht hij heeft de grond vruchtbaar te maken. Friedrich Griese schreef daar over. En dat heeft ze toch maar mooi meegenomen van haar ouders, het is haar degelijke opvoeding.
We zien elkaar wederom op de 10e maart waar een ietwat ongerief optreedt als ze mij wat afwezig vindt. In de omgang ben ik anders een onderhoudend spreker die graag initiatief neemt.

De climax komt op de fopdag 1 april. Liesbeth was eerder dan zij gekomen en gedrieën eten we hier. Dat betekent dat Liesbeth met Ans kennismaakt of moet maken. Of Ans dit ook leuk gevonden heeft? Ik denk dat de kentering op deze avond is geschied en dat zij van mij afstand genomen heeft. Aan Liesbeth zal het wel niet gelegen hebben, die is hartelijk maar weer niet zo dat ze Ans als vriend zal hebben geaccepteerd. De komst van Liesbeth is in zoverre een voordeel dat we met de auto naar de Johannes Vermeerstraat kunnen rijden om twee historische films te zien over de Nibelungen en een gedeelte van Fritz Langs Metropolis.

Brigitte Helm

Wij zaten bijeen maar ik herinner me nog goed dat zij geleidelijk stilletjes werd en zonder al teveel ceremonieel wegging. Het afscheid blijkt voorgoed te zijn. Dat is nu de wil tegen zichzelf (laten) keren, ze had moeten doorzetten! Hoe kunnen anders nieuwe en betere liaisons gecreëerd worden?
Met Liesbeth alleen dronken wij die avond af met een bezoek aan café Mulder en een broodje bij Van Dobbe. Ik bleef bij haar slapen.

Op de 7e weet ik het zeker: ze vindt ons contact niet zo gezellig meer. Snel koop ik bij De Bijenkorf een boekenbon en doe die met een lieve brief op de bus van Elsevier. Dan blijkt haar sterke wil door mijn geschenk # 8054629 subiet te retourneren. Als troost kreeg ik dezelfde avond Rina H.A. Taekema te eten. Maar de boekenbon mag ze zo weer krijgen!







woensdag 24 juli 2013

Mariëtte de Vrieze wordt verslonden door Boeken

Mariëtte is korzelig, haar antwoorden zijn veelal onverwacht. Wat weer aanleiding geeft tot doorpraten maar dan voelt ze zich bedreigd in haar vrijheid. Hierin is ze stuurs, ze wil koste wat kost ongebonden zijn.
Maar ons eerste gesprek op 19 maart 1975 verliep vriendelijk, ze was helemaal bereid met een onbekende te spreken en ik greep die kans. Het ging over Friedrich Nietzsche wiens werken door de nazi's zijn misbruikt. Dat is ook logisch als de geniale denker de absoluut vrije mens op een hoger niveau dan de decadentie van zijn tijd poneert en propageert wil dit nog niet zeggen dat hij een nationaalsocialist avant la lettre geweest is! Ik beweerde dit als het ware in een monoloog en Mariëtte was einverstanden. Ze gaf mij haar naam en het telefoonnummer van haar werkadres.
Toen begon ik met een aanhoudende activiteit haar te inviteren maar dat was nog niet zo gemakkelijk. Ze moest wel voor een gelegenheid geheel geïnteresseerd zijn wilde zij toehappen. Mariëtte heb ik gebeld en vooral geschreven met mijn wollige teksten. Ze las die wel!

De Openbare Bibliotheek aan de Prinsengracht (nu verplaatst aan het IJ) was haar werk, op de catalogusafdeling. In het gebouw hiervoor, zeg het eerste gebouw, met prachtige leesplaatsen van donker hout, was ik als scholier al bezig mij te oriënteren in de wiskunde en deed ik gloednieuwe informatie op. Nu echter begon ik de UB te frequenteren en wist dus al van catalogi af, wat een mooi aanknopingspunt is voor een instructief onderhoud. Echter bekende zij een vreselijke collega te hebben wier gedrag je zou kunnen duiden als work-alcoholic. Als men doorgaans een kwartier voor sluitingstijd het wat rustiger aandoet, waar niet?, kwam die cheffin nog met een stapel boeken aandraven. Dan kan je geen nee zeggen maar wel je gedupeerd voelen. En zo ging het allang en zou het nog een jaar of wat duren tot zij de vlucht nam. De heer Den Hoed was directeur van de tent die zelf ook na sluitingstijd en in het weekend bleef doorwerken de nieuwe boeken te ordenen. De man heeft er een levensvervulling aan gehad! Niet op haar afdeling maar verderop heeft zij Lia Robbers gekend. Je kan dus verwachten dat deze leidinggevende directeur het overijverige van een lager geplaatste zeer zeker niet zal afkeuren wat dan weer impliceert dat een lager geplaatste niet kan klagen. Maar toch doemde mij een herinnering op, dat is begin 60er, dat ik in voornoemd eerste gebouw een vrouw zag die over de Grondwet wilde weten. Had ze dit maar niet gevraagd, de bediende kwam zowat elke vijf minuten met een nieuw boek aandraven, hevig snuffelend, zodat na verloop van tijd links en rechts van haar hele stapels werden gevormd. Dan nog murmelen wat er in stond zodat je als bezoeker aan studeren niet eens toekomt! Plots was die vrouw opgestapt, de stapels ongezien acherlatend.

Met zo een beroepsvervulling wordt je niet blij, mijn kennisje was dan ook pessimistisch zo niet te neergeslagen.

Een kans kreeg ik een week later na mijn eerste brief van 20 maart haar voor een documentaire over Anton Bruckner te charteren. Deze ging niet zozeer over zijn muziek als wel zijn leven als alleenstaande. Een vrouw heeft hij nooit gehad, Goddelijke inspiratie des te meer als mevrouw Ellie Bijsterus Heemskerk (overleden 1989) in een voordracht eens zei dat zijn symfonieën niet minder dan kathedralen zijn. Dan weet ik weer van mevrouw Dr. Evelien Nikkels van de Mahlerstichting dat de herhaling hij Bruckner heel erg is, als het eind in zicht komt gaat de meester rustig alle motieven nog een keer lekker herhalen. Mahler heeft deze werkwijze overgenomen. Zij zal lang nagedacht hebben om mij telefonisch mede te delen dat ze vrij wil zijn. Maar dat was ze niet, wilde ze wel. Het zal haar obsessief zijn geweest. Mariëtte was zichtbaar ontdaan de eenzaamheid van de componist te moeten invoelen. Echter was hij een diep gelovig mens dat hem de enige ware steun in het leven is. Zijn kerkmuziek is niet smakelijk, koor en een hoorn als begeleiding, wellicht waren dit opdrachtwerken omwille van het honorarium. Maar zijn mis is superieure muziek waarvoor je er in moet geloven.

Dan hoor ik dat ze moe is en naar haar broer in Bloemendaal afreist.

Ik had voorgesteld naar Carré te gaan alwaar Cyrano werd gegeven. Zij informeerde dat de voorstelling was uitverkocht.

St. John College Choir 17-6-1975
Op mijn tweede brief van 21 april reageert zij geen haast meer te hebben zodat ik twee maanden moet wachten voor de sublieme kans. Ze komt op 16 juni op de koffie, ziet bleekjes maar komt helemaal bij. Op dinsdag 17 juni, de kaartjes heb ik 's middags afgehaald, gaan we beiden naar het naar het Concertgebouw om in het kader van het Holland Festival het  wereldberoemde jongenskoor van het St. John's College Choir en Broken Concert bij te wonen. (Broken betekent hier een niet volledige orkestbezetting volgens oud voorschrift.) Het was een schitterende avond, dit gedisciplineerde koor is een lust voor het oog en de perfectie in zang een genot voor het oor. Alleen met een moorddadige selectie onder jongeren kan men dit bereiken, de noodgedwongen veelvuldige absenties op school moeten ze wel aankunnen. Na afloop dronken wij een slecht getapt pilsje bij Weber.

De volgende avond heb ik deze uitvoering op de radio bij herhaling gehoord en op cassetteband opgenomen. Ik had haar tevoren ingelicht dat ik zou luisteren naar dit programma van het concert op de radio. Maar om vijf uur ongeveer krijg ik een telefoontje vanuit haar werk op een chagrijnige manier dat het haar allemaal veel te snel gaat. Ze had vijf Grand Marnier op. Dan weet ik genoeg.

Drie jaren gaan voorbij. Bij toeval zie ik op 13 juni 1978 "in" de Blauwburgwal een aantal dekschuiten met daarop een openbare vertoning van Hauser Orkater (vanaf 1972). Het moet zijn ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van 'n Pantomime Genootschap. Tussen de belangstellenden aan de overkant ontwaar ik de fragile gestalte van onze Mariëtte, kil en zonder glimlach maar met een glanzend diadeem. Ik was te ver af om haar te groeten maar dan nog had ik het niet gedaan; je zou haar vrijheid toch eens kunnen aantasten, zeg!

En toch houdt het niet op omdat ik haar op 2 maart 1979 ontmoet in een gebouw in het centrum van Amsterdam. Zij had kaplaarzen aan, echt ordinair. Wij stonden zo dicht bij elkaar dat ik echt niet, wil ik mezelf niet voor de gek houden, mijn rug kon omdraaien. Ze werkt allang niet meer in de bibliotheeksector, ze is ingestort. Overigens is zij weinig thuis. En toch schrijf ik weer een briefje, tevergeefs naar blijkt. Zo toevalligerwijs weten we dan wat meer hoe het haar (verder) vergaan is maar dan is alle herinnering wel bevroren!

Het huis met haar voormalige woning aan de Brouwersgracht zag ik in verbouwing op 26-6-1989. De eigenaar was al een oude man.









dinsdag 23 juli 2013

Leerdicht: JOSÉ, ach ja, dat knappe Wyf die komt de ware Liefde toe! 31 december 1974





JOSÉ, ach ja, dat knappe wyf
uit d’voorstad Amsterdam,
met woning, kind en buiten kyf
lief met menig man
bedrijft om dàt te krijgen
wat ze in haar dromen wenst;
of is ’t niet waar, dat ‘t hijgen
van D’een naar D’ander grenst
aan een vorm van zelfbedrog?
Ik bedoel, je buik wordt wel
geroerd (en goed!), maar toch
komt je hart niet in de knel
als je zo een struis, je Bol
verliest door niet te kijken
voor je uit; een liefdevol
devies "Trou moet blijken"
van Haarlems Rederijkerskamer
in d’achttiende eeuw
zou jou een les van duurzamer
strekking zijn dan die ene geeuw
na een liefde van één nacht.
Bedenk dat die heren neuken
wel met volle penispracht,
doch dat die standaard-spreuken
in ’t rollenspel om het bed
NOOIT wez’nlijk bij gaan dragen
tot verheffing van je geest, het
bouwen aan jezelf, je "god"
van mens- en vrouwzijn voor
het sterken van je wil
in deze groep van wezens
door naïveteit zo vrees’lijk kil.
Na 'n vlucht van zeven jaren
van d’raf en weer d’rop
zou je krachten kunnen sparen
voor net zoveel getob,
gedenk en overwegen,
nou ja, begrijp me goed:
het serieuze streven
in 't hart van je gemoed
naar waarheid zonder schijn;
en de vriend die dàt bijou
waardeert in JOSÉ'r poppedein
DIE KOMT DE WARE LIEFDE TOE!

Josz-Vosz
Amsterdam, 31 december 1974


José (zij schreef zelve met één e) wist van mijn bedenken mannen uit de VoomVoom te halen en er een nacht of meerdere dagen bij haar thuis mee door te brengen. Als, hetgeen meer geschied dan ik weet, zij later van de minnaar een ticket uit het buitenland krijgt opgestuurd bedacht zij zich geen moment na haar zoontje bij de oma te hebben gedumpt en reisde af.  Als je nu zulke vrouwen hebt kan je geen zinnig woord meer uitbrengen doch is dit zeer zeker niet gepast als ook ik van haar liefde heb genoten. Ik kan dus niet de preek afsteken en zelf zondig te zijn!

Woensdag 25 december om 10 uur 's avonds belt zij mij met de mededeling dit jaar (1974) wel even veel mannen (inclusief mij dus) te hebben gehad dan in alle zeven jaar ervoor!'' Daarom schreef ik dit leerdicht doch zal niet verwacht hebben op nieuwjaarsnacht in druk gezelschap te haren huize dit ter sprake te brengen!

Het wordt nog mooier: op 18 januari,  haar 31e verjaardag, feliciteer ik haar waarop zij mij vraagt een schijnhuwelijk aan te willen gaan met een Roemeense die een vriendinnetje is van een vertegenwoordiger in haar bedrijf. Welnu, dat zinde mij in het geheel niet. Ze vervolgt: "Die vrouw kan geen kant op"! Alleen heb ik aan zo een kant niets, dus ik weiger.

Op 11 januari reeds heb ik dit leerdicht al gestuurd naar de redactie van het blad INFO van de NVSH, afdeling Amsterdam, aan de Blauwburgwal. Deze jongens namen genoegen met een gebundelde stencil terwijl Sextant van de NVSH te Den Haag gezet was. Enige tijd gaat voorbij waar ik in de nieuwste aflevering van INFO mijn leerdicht geplaatst zie voorzien van een tekening ener rondborstige wulpse meid. Ja, als het zo wil opvatten dan doe je dit maar, ik weet dat erotiek verder en hoger gaat dan twee tieten alleen!

Ik bezit geen copie meer maar ik zie de tekening nog voor ogen.









Jitsker Mulder Acceptatie voor hoofse Liefde

Een Friezin naar bleek, zeilen. Free-lance journalist in 1974 bij de NCRV waarvan ik haar mooie stem leerde kennen. Ik heb daarvan nog een bandopname. En bij ons pils bij Eylders haar mooie neus, bewegelijk lichaam, lang en blond, emotioneel spraken maar rationeel denken. Alert in reactie.
De taalbeheersing zit wel in haar bloed, ik heb haar in onze correspondentie gecomplimenteerd. Het antwoord is wederzijds en meermaals zal zij mij huldigen om de vindingrijke taal. Als ik die nu lees vind ik ze maar opgeschroefd... Daar komt bij dat ik het leuk vind lange brieven te schrijven - hetgeen ze kennelijk heeft gewaardeerd.

Jitske is wel zo een provinciale naam die je niet vaak in Amsterdam tegenkomt. Als notitie heb ik Willie-An, kan zijn dat dit haar echte naam is en Jitske haar pseudoniem?

Echter de afspraak is geweest de eerste week van augustus maar ik moest nog wachten tot november. Mevrouw heeft het druk! Als ze 30 oktober de vacantie naar Brussel al heeft gepland kan ze begin november met mij afspreken. Uit mijn brief van 14 november reconstrueer ik nauwkeurig dat we op vrijdag de 1e november hebben afgesproken bij Eylders. Uitzonderlijk dat ik hiervan geen aantekening heb gemaakt! Dat ligt niet aan haar maar aan deze dag dat ik eerder iets geheel nieuws heb meegemaakt.

Tiroler schilder - Geboorte van Christus

In het najaar, toen ik meer uitzendingen op de NCRV heb gehoord, schreef ik dat haar stem vreesaanjagend is. "Dat blijft als ik met volwassenen praat", repliceert zij, "want wat zijn het anders dan kinderen?"

Van protestanten huize geboortig deed ze niet veel meer aan het calvinisme. Echter smaak voor Bijbelse ansichten had ze wel. De Bijbel is allicht hun formidabele basiskennis voor het leven. Bewonderenswaardig dat ze tegen mij zo vriendelijk is geweest daar ik mij toch afkerig opstelde tegen het geloof. Maar wie zegt dat ze bij de confessionele omroepen allen zo vroom zijn?

Mijn laatste brief was op 6 januari 1975, toen staakte de briefwisseling die een glans heeft van hoofse liefde. In de nasleep van die Grosse Freiheit was ze nog een zeldzaam voorbeeld van reinheid, zeker in de stad Amsterdam, dat ik in december nota bene mijn erotisch gedicht zal laten publiceren. Van het komend Jaar van de Vrouw moest ze echt niets hebben! Als minnezanger tegenover Jitske heb ik mij altijd eerbiedwaardig opgesteld. Ze heeft dit verdiend!

maandag 22 juli 2013

De Marlou Smeets-Files

Het is vijf over half acht in de morgen van de 25e april 1974 dat ik word gebeld door een verwijfd stemmetje waarvoor het Noord-Limburgse accent zich zo bij uitstek leent, met het bevel de correspondentie met Marie Louise Smeets (afkomstig van Baarlo, Noord-Limburg) onmiddellijk terug te geven. Die papieren heeft hij ingezien, begrijpt dat ik een verhouding met haar heb gehad. Ten overvloede vermeldt hij dat: "Zij ervan weet, hoor!"
"Anders..., zullen we eens een bezoekje afleggen...", wordt er onweersachtig aan toegevoegd maar ook maakt hij opmerkingen over een vervaarlijke motorclub.

Marlou was voor een Limba bepaald uitzonderlijk groot: 175-180m. Aangezien zij geboren is op 14-4-1944 doet dit mij een vermoeden geven dat zij noordelijk bloed bezit, wellicht Duits.

Ik moet wel zeker een bandopname van dit dreigtelefoontje hebben gemaakt maar deze op te zoeken is me nu even teveel. Ik was dan voorbereid eventueel aangifte te doen van bedreiging (alhoewel het niet meer dan belediging is).

Een onbekend persoon bestaande schrijfsels te sturen is mij wel te onzorgvuldig, wie weet wat hij ermee zou kunnen doen, haar chanteren of mij schandaliseren? Ik stel voor dat zij persoonlijk, door haar geschreven, mij om teruggave verzoekt.

Het is in het Recht zo dat de ontvanger van de brief meteen eigenaar is. Terugkrijgen van brieven is dus geen recht. Wel is het zo dat uit brieven van een ander weer geen zaken gepubliceerd mogen worden zonder toestemming van de oorspronkelijke schrijver. Maar dit soort ernstige zaken vertel je natuurlijk niet over de telefoon, zekers als blijkt dat het zijige mannetje hypernerveus is.

Voorlopig hield ik er op dat het mannetje een ongeoorloofd snuffelen heeft verricht in de persoonlijke papieren van die meid.

Om 8 mei komt inderdaad een brief aan "Geachte Heer..." op fraai geel papier. Smaak heeft Marlou altijd gehad in de keuze van luxe papier, het geeft een brief extra vreugde en schoonheid. Dit is na de tijd van de schitterende briefcorrespondentie - 'n dertig jaar van mijn leven - mooi verloren geraakt en wordt nu minachtend snakemail genoemd. Door de eeuwen heen is de correspondentie het enige middel ter communicatie geweest en heel wat teksten zijn van literaire kwaliteit de geschiedenis ingegaan. Pas nog papieren van Giovanni Verga ontdekt.

Zij zegt daarin sedert twee jaren een serieuze relatie te hebben met Dhr J. van Herp en zij wil persoonlijke gegevens bij haar op hun plaats te laten zijn. Maar we zijn er nog niet, mij valt op dat het handschrift op kleine punten afwijkt van dat in de brieven zich bevindend in mijn dossier, ik heb lang getuurd en gedacht zelfs dat de gele brief een pertinente vervalsing is. Dus besluit ik tot een controle om te verifiëren of het adres te Nijmegen wel van haar moeder is. En als dit blijkt inderdaad het geval blijkt te zijn denk ik niet meer dat er een in het complot als in een third man attack aan ogenschijnlijk de andere kant van de lijn zich heeft bevonden.

Als ik op 13 mei de zeven stukken stuur naar het nieuwe adres hoor ik niets meer. Maar hij moet toch geknord hebben want hij belt weer! "Nog een brief', eist hij. Ik antwoord van geen brief te weten. Hier is het mogelijk dat een lieve vriendin een boekhouding bijhoudt van de data onzer correspondentie!

Dat Marlou begin januari 1972 bij mij geweest is, is onze zaak. Het past niet in een nieuwe relatie over vroegere ervaringen te spreken, dit is grondig onbeschaafd. Maar vergeet ook weer niet dat we hier van doen hebben met jonge mensen die zelfs de omgang tussen man en vrouw nog moeten leren en vervolmaken. Daarom hebben wij nog maanden een plezierige briefwisseling gevoerd die dan, natuurlijkerwijs zoals altijd, ophoudt. Daar kan je niets aan veranderen, dit is het leven.




Marlou stelde zich mij voor als journaliste, althans niet beroepsmatig. Zij had wel een mooi Nederlands, ik weet dat we uren onophoudelijk gesproken hebben. Haar schrijven is beslist fraai en de zinnen lopen goed. Zij was ten kantore van De Nieuwe Revu geweest om een serie over jonge abonnees te gaan schrijven. Ze zal toch niet mij als studiemateriaal gebruikt hebben? Nee, dat geloof ik niet. Alhoewel zij oplettend de dagelijkse gebeurtenissen volgt en geregeld aantekeningen maakt is de input ("actieve impressie") toch te gering een reflecterend schrijven te kunnen concipiëren. Je zou daarvoor op pad moeten gaan, zoals het een journalist betaamt! Maar ze heeft geen full-time betrekking die indrukken oplevert. Een zekere dip heeft ze wel, dat de maatschappij haar niet die kleurrijkdom verschaft die ze zou wensen waar te nemen om over te schrijven, zeker in die tijd als het onophoudelijke debat over de Drie van Breda het leven er niet vrolijker op maakt, door te spreken over luctor et emergo. Zoiets zeg je niet zo vlug! Ik had met haar te doen maar de afstand tussen ons is te groot om haar een hart onder de riem te steken. Wel een verlies.


J. van Herp, thans zich confidentieel voorstellend als Joop, heeft zich eerst op 17-6-1974 (de herdenkingsdag van de Opstand in Oost-Berlijn) bij mij telefonisch verontschuldigd. Hij was toentertijd door het dolle heen, stelt hij. Hij heeft Marlou op 1-6-1972 leren kennen en is met haar nu een jaar samen. Zij werkt part-time als... receptioniste in Huis Berg en Dal. Zijn stemmetje is nu gedwee als van een gestrafte schooljongen. Ook hiervan heb ik een bandopname maar die krijgt hij heus niet!