zondag 3 december 2017

Het Café der Werklozen in de Concertgebouwbuurt



Teruggaand tot begin 70er stond daar een ouder echtpaar rustig de zaak te bedienen. Later komen er andere eigenaars.

Er schenen toch gezelligheidsgroepen te verkeren waarvan de deelnemers elkaar al lang kennen. Dit is bedenkelijk aangezien ‘n dergelijke groep overheersend kan worden en andere bezoekers haar wil wil opleggen. Wij zitten hierom niet verlegen door deze geaccepteerd te worden, wij komen als individualist.

Overheersend is een luid gepraat dat anderen overstemt. Sommigen maken zich los van de groep en soleren tussen andere bezoekers. Dergelijk gedrag is ongewenst, daar is gewoon niet om gevraagd! Dan gaat ’n persoon in de weg staan, vervolgens aanstoten en aanschuren. Eenmaal werd de toegang tot de toilet aardig geblokkeerd, hetgeen lijkt op hinderen.

Er kwam een moment dat er tegen de caféhouder enige opmerkingen gemaakt werden. Hij toonde zich onverschillig maar er was toch wel te zien dat hij in zijn functie (en macht) dit niet aankon. Er werd voorzichtig een vermoeden uitgesproken dat de groep aan de grote tafel bestaat uit werklozen die gezellig uren kunnen uitzitten, wat geriefelijker is dan alleen thuis. De caféhouder mompelde: “Dat zijn geen werklozen”, maar erg overtuigend klonk dit niet.

De lange tafel kreeg lucht van kritiek en vele ogen keken in de richting van het gesprek. Zijdelings was te zien dat de werklozen in beraad gingen. Het resultaat werd duidelijk: ze gingen in de aanval.

Een vaste bezoeker met een volwassen uiterlijk zei op gedempte toon wel eens ‘n lid van de tafel gesproken te hebben en een aardige beroepsuitoefening vernomen te hebben. Hij besloot met de woorden: “Maar ik zag het van die man niet af!” Een naburige vrouw siste of ze caféhouder niet wat op z’n mouw gespeld hebben?

Allereerst was het voornoemde 'hinderaar' die al te opvallend naast of voor je ging staan en mee bewoog als je je verzette. Plots kwam een ander, nogal robuust figuur met een stentorstem zomaar, ex nihilo, met een betoog over een oninteressant onderwerp. Het geleek een terechtwijzing of een veroordeling. Zijn stem moduleerde, van lieflijk, tot boos of verontwaardigd, soms met gekunstelde lachertjes ertussen, wat anderen de idee zou geven dat er een ruzie werd beslecht. Ook de caféhouder zal dit zo hebben opgevat. Maar dat hij hier niet ingreep was zijn nalatigheid.

Het moment was gekomen de caféhouder te zeggen dat het houden van een café toch wel een vak is, waarbij levenservaring mooi een noodzakelijke rol speelt. Ook een aardige mannelijkheid en beslist een goede kop. Niets van dit alles. Zijn enige prestatie is naar beneden kijken en dus de (zijn) zaak niet te kunnen overzien. Er werd gezegd: “Als je geen café kan houden, moet je de horeca uitgaan!” Later nog tweemaal maar of dit goed aangekomen is wordt betwijfeld. Want in een bezoek hierna maakte de caféhouder een (vooraf ingestudeerde) agressieve opmerking, waarbij de werklozentafel wel opkeek en wat stiller werd. De man weet dus niet van aanpakken, is indolent en heeft zijn onvermogen bewezen.

In de tijd erna is het vervolg niet waargenomen. Wel werd bekend dat sommige werklozen zich langdurig bij de kassa ophouden en dan glimlachend de zaak verlaten. 

Zouden ze hun zak gevuld hebben?


Zie ook:

Het café der invaliden aan de Zeedijk




25 opmerkingen:

  1. Aan de tafel zat ook een onaangename man met oude kledij, een verweerd gelaat, nooit lachen die meermaals vieze woordjes uit. Dit nu, is niet de ergste ziekte in de psychiatrie maar hoort niet.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Een man met een lange jas van imitatieleder. Kan zijn dat dit een dievenjas is en dat aan de binnenkant grote zakken zijn genaaid. Ook deze is ambulant, loopt langs tafeltjes en doet wellicht aan zakkenrollen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Albert van Dalsum, zo benoem ik hem, wilde wederom een brulbetoog houden in alle gezelschap. Ik waarschuwde de lullige caféhouder dat de man toch geen ene moer uitspookt maar wel in een café zit te hangen. Geen reactie. Het bleef bij wat stom gepraat want zoals u moge weten praten de dommen zonder ophouden.

    Het toeval wil dat ik deze zo tegenkom op het trottoir aan de Singel tegenover de Bloemenmarkt. Ze liepen met z'n drieen zonder mogelijkheid te passeren. Alle drie hadden mij de rijweg op kunnen drukken om op die wijze 'n verkeersongeluk te veroorzaken maar ik was ze voor door mij tegen de huismuur te drukken en mijn sigaar voor mij te houden, Ze liepen onverrichter zake door.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dan moest het toch gebeuren dat een Den Dolder-bruller op de loer stond, in de weg stond en wat van plan leek. Ik bedacht me geen moment en heb als eerste slag de daalder uitgedeeld hem met de caféstoel op de schouders te staan. Hij gilde het uit van de pijn en stortte ter aard'. De caféhouder die toch al 'n slapjanus is keek verwonderd maar durfde niets te zeggen. "Mooi café in Amsterdam, niet?", siste ik hem toe, hij keer naar beneden.
    De andere werkelozen kwamen naderbij en sjorden het verwonde lichaam naar hun tafel. Ze trachtten hem op te kalefateren met strelen, hoe lief toch.
    Dan heeft de eigenaar toch de GGD gebeld. Niet de politie want dat zou zijn naam maar schaden, ieder had gezien dat de eregast het erop liet aankomen. Hij moet natuurlijk ook aan zijn vergunning denken.

    De volgende nacht begaf ik mij lopend naar het donkere cafe en zag een tuimelraapje open, ik had het me goed herinnerd. Ik goot een wijnfles gevuld met de juiste menging van olie en benzine naar binnen, stak een sigaret op en gooide die het gat door. Dan liep ik rustig weg, in alle stilte, geen rijverkeer. De volgende dag zal ik het wel lezen in Drimble!

    BeantwoordenVerwijderen
  5. De brulaap stond op de loer, hield de doorgang bezet. Op zich een teken voor de caféhouder zo een klant te vermanen maar zoals gezegd die doet niets wegend onkunde.
    Nadat de aap zijn idiote verhaal had gekotst ried ik hem aan zich te melden bij het klachtenbureau Den Dolder maar vooraf een kaartje te kopen. De klanten om ons heen lieten zich blijken van verbazing, er was enig gemor maar er gebeurde verder niets. De werklozentafel bleef bezet en het café verpest.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Hij stond op de loer en begon te dazen. Ik ried hem aan te gaan naar het adviesbureau Den Dolder doch eerst een kaartje te kopen. Zo een advies helpt toch niet bij gestoorden, ze luisteren niet anders dan naar zichzelf. Die praat gewoon door. Toch wordt zo een geluid wel opgevangen door de caféhouder, hoe incompetent ie wel is. Hij heeft een wat oudere man als hulp, misschien is mijn raadgeving toch niet zonder gevolg om de zaak te fatsoeneren.
    Ik richt mij voortaan beter op die laatste, teneinde in elk geval de ergste werkloze lamstralen te doen verwijderen. Een hele tafel bezet houden; de "gewone" mensen hebben 't voor het toekijken...

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Toch een hartig woord naar de caféhouder. Ik zorgde ervoor geen beledigingen te gebruiken maar hem te verzekeren dat een groep lamstralen een gehele tafel bezet houdt. En dit keer op keer, alsof het een recht voor ze is. Is dat nou een café in Amsterdam?, vroeg ik rhetorischerwijs.

    Een andere bezoeker zei me dat je niet zomaar klanten uit een zaak kunt zetten of er moet een gegronde reden zijn. Maar een uur op een pils zitten is dit toch al? Dat is niet zo, kreeg ik als antwoord, zodat ik zeker weet dat de luiwammesen nog respect genieten ook...
    Hij antwoordde niets, ik ging maar weg. De werkelozen deden alsof ze niets gehoord hadden.

    Als hij niet wil luisteren dan moet ik wederrechtelijk geweld gebruiken.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Na een tijdje teruggekomen was er niets veranderd. Den Dolder had nog steeds zijn grote bek en zat uren op een drankje. Zo een caféhouder die zijn eigen zaak verkwanselt aan lamstralen!
    Ik besloot Den Dolder te stalken door in een portiek niet veraf te zien waar na afloop hij heen ging, of hij een auto bezit. Ongezellig maar het moet. Hij zal toch niet tot 01u blijven zitten?

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Ondertussen was er niets veranderd. Toen ik na weken terugkwam was de cafépsychopaat nog bezig met zijn grote bek te roeren. Een terroristische daad. En dan een slapjanus van een caféhouder die niets doet dat zooitje werkelozen de zaak uit te hoepelen.
    Nadat ik om 00:45 de zaak verliet wachtte in in een der vele portieken van de Concertgebouwbuurt. Eindelijk kwam de rotzak naar buiten waggelen, na nog even geklets met zijn zogenaamde vrienden. Hij sjokte de lange straat in, donker, ik volgde hem met capuchon op aan de overkant.
    En ja hoor, hij had ook nog een auto, met een kenteken van ouderdom. Ik wist genoeg, de volgende keer heb ik een fles benzine met olie volgens het Sabotagehandboek bij mij.

    BeantwoordenVerwijderen
  10. Ik moet dus de tijd nemen op eenzelfde avond en eenzelfde tijd. Misschien is regen fraai om onder de parapluie niet herkend te worden. Ik heb de tijd, het plan is er de uitvoering is voorgenomen.

    BeantwoordenVerwijderen
  11. Brutaliteit die eerder hoogmoed is, een langdurig werkloze die zich succesvol uitgeeft als schrijver blijft stoten schuren en tegen je aan vallen. Eens heb ik er genoeg van en geef hem een ferme schop. Langzaam loopt hij verder zonder achterom te kijken. De slappe caféhouder zegt niets, de werklozentafel blijft bestaan, Dat is een café in Amsterdam!

    BeantwoordenVerwijderen
  12. Hij zat al een tijd te loeren, ik stelde mij gereserveerd op. Dan komt hij sluipend aan en begint met keelstem een aantal zinnen uit te spreken met een intonatie welke nergens op slaat. Een indicatie van geestesziekte! Ik kijk niet en zeg niets.
    Dan ga ik naar de slapjanus van een caféhouder en waarschuw voor aanranding in een café niet te zullen betalen. Hij had meteen een paar zinnetjes maar die sloegen nergens op zodat ik hem niet eens neer aankeek.

    BeantwoordenVerwijderen
  13. Toch de caféhouder ernstig aangesproken dat hij beter de horeca moet ontvluchten en nooit meer terugkomen. Hij zweeg en ik ging weg. Eerdaags kom ik terug.

    BeantwoordenVerwijderen
  14. Een Lapschwanz met borststem kwam terug bij zijn soortgenoten. Wat een toeval die weer te zien! Hij bleek een messteek in zijn nek gekregen te hebben, ik weet van niets, en een nek-ondersteuning te moeten dragen. Geen gezicht, zeker niet in een café. En dat kan gewoon binnenkomen. Ook zijn rechter pols zat in een hard plastic verband, zeker ook verwond. Gelukkig hoor je hem nu niet maar indien wel moet je maar vluchten. Zonde van je geld.

    BeantwoordenVerwijderen
  15. Opeens maakte ik een aanmerking dat lorejassen zo lekker zitten te zitten. Ze hebben immers niets te doen en dan ga je maar in de kroeg met één pils/uur.
    De anderen begrepen het niet zo en keken mij aan met ongeloof.

    Maar een tijdje moet het bedenktijd hebben.

    BeantwoordenVerwijderen
  16. NU gaat de caféhouder wel erg over de schreef: hij heeft een hulpje in dienst die niet veel meer is dan een tuinkabouter. Een hoog kinderstemmetje met een spraakwaterval. Begint zomaar vele aanwijzingen te geven die tot verwijten worden en schuld aanpraten, het ie geen gehoor. Je kan zo een minkukel niet zomaar de grond intrappen wat hij wordt immers geprotegeerd door de baas. Ik besloot hem de rug toe keren maar hij blijft dazen. Het is te erg voor woorden. Beter dan maar onopvallend weggaan als hij je de rug toekeert, dan is hij net te laat.

    BeantwoordenVerwijderen
  17. De lijderwerkloze heeft nu iets nieuws bedacht: met een schampere toon een uitspraak van een willekeurig cafébezoeker beantwoorden en een vuil gezicht trekken. Het is de grootste krenking iemand aan te doen alsof die zwaar in de fout is, Stel, je gaat daarop in, dan krijg je nog meer te horen dat je wegtrekt zijn vaarwater in. Net wat hij wil maar zover moet je het niet laten komen.

    Zoals gewoonlijk doet slapjanus caféhouder niets maar verdient ook niets want de werkelozen zitten een uur op 'n pils. Ik heb hem al eens gewaarschuwd dat als hij geen café kan houden hij minstens de horeca moet uitgaan.

    BeantwoordenVerwijderen
  18. Of ik die bulderknaap voorheen gezien heb althans nu is hij weer terug met een aanschreeuwen van jewelste. Zware stem misschien van de alcohol maar in elk geval iemand die zijn eigen stem graag wil horen, zo het gezegde luidt. Begint over laaiende ruzie en vernieling van het interieur. De slappe caféouder was danig
    ontstemt en kijkt mij aan. Juridisch gezien ben je erbij betrokken alhoewel je niets terugzegt, - schreeuwt!
    Weggaan is het beste medicijn als zwakke partij want de sterke (de schreeuwer) is ook een maatje groter dan de baas. Die kan beter de zwakke de schuld geven dat is hij er van af.

    BeantwoordenVerwijderen
  19. Toch heb ik op gedempte toon de waard gezegd dat hij beter voor zijn eigen fatsoen de hangwerklozen de zaak moest uitzetten. De man antwoordde niet maar sprak mij ook niet tegen. Kijken of dit effect zal krijgen.

    BeantwoordenVerwijderen
  20. Hoe vaak heeft ie luiderwijs een toon opgezet, krijtwit van gelaat en met stemverheffing. Beschuldiging, verwijt en aanklacht, eigenlijk van de zotte.

    Ik fluisterde tot de chef (je weet mijn depreciatie) die kerel niet in je zaak toe te laten.
    Maar slapwas durft niet op te treden...

    Ik denk dat die luidspreker paranoïde is maar dat wordt wel al te moeilijk.

    BeantwoordenVerwijderen
  21. Het was weer hommeles.
    Een nogal stille man die al kuierenderwijs niets anders doet dan aanschuren;
    Een vlotte prater die als hij geen antwoord krijgt dichterbij komt zitten met de vermelding: "Ik zak het anders zeggen...".
    Een zware stem die zo luid pijnlijke vragen kan stellen. Als je niet antwoord geeft hij een suggestie, ronduit misselijk. Begint te praten over Moffen.

    Een klacht uitte ik dat de hangende nietsnutten de toegang tot toilet blokkeerden. Ik sprak de slome caféhouder hierop aan en zei dat als de politie hiervan weet krijgt zij de klacht doorgeeft aan de burgemeester inzake de voortzetting van de vergunning. Hij reageerde niet maar heeft het wel gehoord.

    BeantwoordenVerwijderen
  22. En dan wederom de bleke, tengere man met schelle stem die als hij begint te spreken vol zit met klacht, aanklacht, verwijt, wat uitloopt op dreigement. Klaarblijkelijk een paranoïde karakter. De man heeft vrij praten want hij krijgt geen respons. Maar waarom in een café?

    BeantwoordenVerwijderen
  23. Zijn bulderstem was een grote hinder voor de gasten; ik vroeg hem of hij pas was opgestaan?
    Onmiddellijk riposteerde hij dat fascisme uit den boze is. Kan je zeggen, als een andere naam genoemd wordt noemt men dat een Godwin. De caféhouder deed niets want hij kan evenmin iets.

    BeantwoordenVerwijderen
  24. Alsof hij zit te wachten, dan intruseert bij anderen en schreeuwt: "Hé, dat moet je me even uitleggen" Zo ordinair, zo dom!

    BeantwoordenVerwijderen
  25. Steeds blijkt dat vier kreupelen bij elkaar willen zitten, samen treuren om hun ongeluk? Maar niet altijd is er een stoel vrij; er wordt dan gewacht tot iemand opstaat om de stoel onmiddellijk af te pakken. En een invalide ga je natuurlijk niet achterna. Wat een misselijke toestand! De caféhouder doet niets.

    BeantwoordenVerwijderen