donderdag 15 augustus 2013

Isaac van der Sluis is recalcitrant

Een opvallende man niet zozeer door uiterlijk van gestalte als wel met uiterlijk gedrag. In de kantine van de Universiteitsbibliotheek aan de Singel, gezeten aan een tafel met niemand ooit daarbij, benen soms languit, en paradoxaal opvallend doordat hij niemand maar dan ook niemand aankeek omdat hij aandachtig in Le Figaro die hij tevoren als vaste klant bij Athenaeum had gekocht, zat te lezen. Hij had een lichte glimlach. Hoe vaak niet gezien?
Studenten kennen geen Frans meer en keken daarom juist niet naar een Franse krant. Ze liepen hem voorbij. Ik wel, op afstand kon ik de koppen waarnemen. Leuk, maar die krant koop ik toch liever niet, ik hield het bij goede (Franse) boeken. Zou hij mij wel gezien hebben?
Op een studiezaal heb ik hem nimmer waargenomen, wel in Americain.

Dr. Isaac (geb. Isaak) van der Sluis is zijn naam, geb. 1932, naam gemaakt onder pseudoniem J. Delecluze met een boek voorzien van een uiterst provocerende titel: De Doctorandussenplaag (1975). Hij promoveerde op een proefschrift over Treponematosis of Tahiti (1969) en is van beroep dermatoloog. Hij zou in de P.C. Hooftstraat 144-1 gewoond hebben of daar aldaar een pand bezeten hebben. Ook heeft hij gepubliceerd als pionier op het gebied van euthanasie. Daarvoor werd hij op een zondagmorgen uitgenodigd in een praatprogramma, waar ik zelden naar gekeken heb doch eenmaal bij toeval hem zag discussiëren. Voorgesteld als chirurg bleek hij wat verlegen over te komen en vermeldde het glibberige terrein waarop men zich moest begeven. Dat is Tahiti natuurlijk ook geweest met een nare ziekte bij de inheemse meisjes en de zeelieden als ook Paul Gauguin.

Het is de ophef rond Willem Aantjes, heus niet uit de Figaro, dat ik hem op 13 november 1979 kon spreken, niet in de kantine maar op een ongelukkige plek als de garderobe. Aantjes had niet in de politiek maar in het bedrijfsleven moeten zitten, was zijn bitse opmerking, wat ik meer gehoord heb toen de geroutineerde parlementariër Koekoek een partijgenoot moest desavoueren die bij de NSB had gezeten. Daarenboven verraadde Aantjes zich door te beweren geen gevangenen te hebben mishandeld dus was hij geen gevangene maar bewaker. Van der Sluis blijkt razend snel te kunnen denken en spreken, zodat je onmiddellijk weet te maken te hebben met een felle anti-fascist en een niet minder groot tegenstander van het christendom. Dus komen wij, zoals ik al eerder schreef, op een van mijn vaste onderwerpen als de oorlog- en bezettingstijd. Na korte tijd vraag ik hem of er werkelijk zovele Joden als genoemd met het bekende aantal zijn omgekomen? Hij aarzelt en zegt op dat peinzende toon dat ik een vreemde geest ben. Zijn opstelling is een gehele afwijzing van mijn persoon. Ik heb over voormeld onderwerp heus wel wat gelezen, niet vaak de slechtste literatuur maar toch.

Dat was me dus de eerste en tevens laatste keer dat ik Van der Sluis sprak. Best kans dat hij Jood is en wel pro-Joods is.

Een vooruitziend blik heeft Van der Sluis wel door Presser te citeren dat de fascisten van morgen zich zullen voordoen als anti-fascist... Griezelig maar waar.


Bron:
UB Catalogus

De Doctorandussenplaag

The Dying Dutchman: Coming Soon to a Nursing Home Near You
By Michael Fumento
The American Spectator, October 1991
Copyright 1991 The American Spectator
 

Jacques Presser: ‘Het nieuwe fascisme zal zichzelf “anti-fascisme” noemen.Chris Impens blog 2012

Aanvulling: Isaak en huisnummer 24-9-2017.















Geen opmerkingen:

Een reactie posten