vrijdag 8 november 2013

Maria Groenendijk en de verplegende Viool

Als je haar rechthoekige bovenwoning binnenkomt loop je al vlug naar de lessenaar in overstaande hoek waar zwijgend een viool ligt te pronken naast een lessenaar met opengeslagen bladmuziek. Directerwijs komt de gedachte in je op dat zij muzikaal is maar daarover is nooit een woord gezegd. De andere woorden waren al direct heerlijk want ze is een innemend meisje. Dat ze 3 à 4 jaar ouder is dan ik mag het spel niet deren. Onze conversatie wordt onuitputtelijk.

Op 16 januari 1973 zag ik haar voor het eerst, op 23e wederom. Ze mag mij, dat is nu zeker. Het eerste etentje is de 3e maart. Ondertussen schrijf ik een gedicht en andere briefjes. Ze bedankt mij voor het eerst in haar leven een heus gedicht te hebben mogen ontvangen!
Een opmerking over haar vermoeidheid wordt opgeschreven, het zal hier niet bij blijven! Maar ze is moe en moet een paar weken pauze betrachten. Naast de zorg op het werk heeft ze de neiging veel te piekeren en daarvan word je ook vermoeid.

Bij het tweede gedicht is ze echt geëmotioneerd en ze bedankt mij hartelijk. Nu blijkt "dat zij geenszins depressief is maar zichzelf wil vinden". Het storten in het werk is in psychologische zin dus een vlucht wegens instabiliteit, wat een bedenkelijke zaak is voor je geestelijke gezondheid. Heerlijk wederom een compliment voor mijn schrijfstijl te krijgen!

We dineren in De Mandarijn op 24 maart, een diner is par excellence de gelegenheid tot een indringend gesprek. Eten doet spreken, zeg ik maar. Etentjes buiten de deur zijn altijd onvergetelijk en vragen om meer.

Zaterdag de 7e april zijn we al vroeg op om naar de Huishoudbeurs te gaan. Daar vond ik het bevreemdend dat bij de stand van de HVSH alwaar condooms in diverse soorten op de tafel lagen uitgespreid zij uitbundig moest lachen naar de verkoper. In die tijd was die vereniging voor de seksuele bevrijding nog omstreden en deed men nog afwijzend tegen zoveel openheid van intieme zaken. Maar dat zal veranderen. Op deze avond ging ik naar de Johannes Passion in het Concertgebouw, ze vraagt mij op 11 april of ik genoten heb. Fijn, die belangstelling maar veel op muziek ingaan wil ik niet. Dat zal ook niet kunnen want ze stelt met verontschuldiging een moratorium in om de opgedane ervaringen te kunnen verwerken. Dan weet ik wel genoeg, de relatie zal ten einde lopen.

Nu begin ik somber te worden, of ze is niet thuis of ze heeft buikpijn. Onverwachts op 25 mei komt er toch weer schot in de kennismaking en spreken we af voor een diner bij mij thuis. Ik maakte een pizza, overheerlijk en net zo onze overvloedige gesprekken. Hieruit blijkt een zekere mateloosheid om veel te doen en veel tijd hebben psychisch te herstellen, zou ze naast haar schoenen lopen?

Onderzoekend en nieuwsgierig als ik ben loop ik het Emma binnen en zie zieke kinderen. Een paar maal vraag ik of Maria werkzaam is, ze heeft zich immers voorgesteld met dit beroep, maar niemand weet het. Nu is dit gebouw aan de Sarphatistraat heus niet zo groot, aanvankelijk vier zalen met uitbreidingen in later jaren en kan je gevoegelijk aannemen dat de personeelsleden elkaar wel kennen. Alweer vreemd. Ook had ze beweerd vriend van de familie van Willem Duys te zijn en zo iemand kom je heus niet zo vlug tegen. Nog vreemder: zou ze wellicht leven van een uitkering of wellicht WAO, een sociale verzekering die vlugger te verkrijgen was dan in de tijd van m.p. Lubbers, pieker ik op mijn beurt. Maar financieel moet het haar toch voor de wind gaan als ze toch maar een Fiat 600 bezit.

De donderslag bij bewolkte hemel is op 9 juni als zij verhuisd is naar Naarden. Niet eerder heb ik vernomen van haar voornemen te wisselen van woning, ik vraag mij derhalve af of zij op het mij bekende adres niet (tijdelijk) de woning van een ander had betrokken? Er stond namelijk de Encyclopedie voor Iedereen door John Kooy (19401e, 19495e) die zij toch niet gekocht kon hebben, met dezelfde stofkaft als ik bezit.
Ik weet niet eens of ze de verplegende viool heeft meegebracht. Dan houden de afspraakjes, telefoontjes en correspondentie op tot mijn laatste telefoontje op 29 juli dat zij bevestigend beantwoord "nog altijd in de Emma te werken", om met volle energie aan de komende twee langjarige relaties te beginnen.

Ik zag twee beren, harmoniëren,
in het hof der liefde;
Wat een wonder, bovenwonder,
dat die beren kwinkeleren.
hi, hi, hi,
ha, ha, ha,
ik stond erbij en keer ernaar.



PS:
Hoe lang het duurt weet ik niet meer maar in de Eetsalon van Van Dobben zag ik haar met een man aan het tafeltje hand in hand. Ik begroette haar niet meer.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten