Tegenover Carmiggelt was gevestigd café Van Wonderen. Een smoezelig interieur met dansende planken als vloerbedekking. Vooraan een lange bar met aan de tegenovergestelde muur kleine tafeltjes. Achteraan een zaal met grotere tafels. Aan het einde de toiletten.
Goedkoop eigenlijk maar het ging om de drank waarbij wij als Mulderklanten naar snakten en toch merendeels stonden. De zaak was open tot twee uur vandaar onze afzakkertjes.
Van het nette en beschaafde café Mulder naar een minder net en minder beschaafd Van Wonderen. Immers het publiek was er ook naar, veelal volksmensen en volksvrouwen die goed bij elkaar pasten. De humor was laag bij de grond, wij hoorden maar reageerden niet. Mocht een grap gemaakt worden dan moest de heer Van Wonderen (naar wie de zaak is vernoemd) harder lachen. Mocht men hard lachen dan diende een reactie zich een bult te lachen. Alles om de klanten te binden. Hierin is de reden gelegen dat wij Mulderklanten weliswaar geduld werden, we brachten immers geld in het laatje maar dat wij niet per avond urenlang vertier zochten, wat minder oplevert. De baas was katholiek, waarvoor hij eerlijk uitkwam en in je beroep zondig gedrag toepassen is geoorloofd hetgeen ook geldt voor een beurshandelaar in dienst van de Mammon.
Mevrouw Suzanne Van Wonderen-Boersma (verjaardag 9e juni 1979) was een schat van een vrouw en altijd correct gekleed. Dat ik wel eens een complimentje maakte kon zij ten zeerste appreciëren om een volgend keer daarop te wachten. Om haar ranke enkel een dun kettinkje. In elk geval was het heerlijk haar te zien. Voor de horeca was zij echter te zwak: altijd maar dat meepraten, meelachen en meesmoezen werden haar teveel. Als zij niet een half jaar thuis gebleven is met een depressie weet ik niet maar lang was het zeker, op 12 mei 1979 "was ze al op" maar werkt nog niet. Toen zij wederkeerde was zij een stuk gewoner en rustiger, dat had zij eerder moeten bedenken om zichzelf te blijven.
Op 2-6-1992 was Van Wonderen weg.
BeantwoordenVerwijderen