J.A. Heitmann AMSTERDAM
|
Een grote afdeling in een groot historisch gebouw.
Voor het eerst anders dan in de collegezalen zat ik tussen mensen die ik
voor het eerst collegæ mocht noemen. Ik keek mijn ogen uit! Om acht uur 's morgens namen wij
plaats en wisselden de ervaring uit. In de komende uren zullen de briefjes en
ponsplaatjes in stromen ten burele glijden en veel heen en weer gesneld
worden. Het was mijn eerste buitengemene baan. Ik verdiende volgens
contract Hfl 80,-per week inclusief alle toeslagen. De 29e juli 1963 begon
het avontuur.
|
Sommige wijzingen bevatten droeve
informatie van het overlijden enes abonnees. Zoals die van de heer Baarspul.
Wie dat ooit geweest is zal mij niet meer deren maar zo een brief deed je wel
wat. Je zit met de dood in je handen waarna na zijn uitvaart het ponsplaatje
wordt òf vernietigd òf platgeslagen ter hergebruik (wat enige malen kon
plaatsvinden in dit aluminium). Maar verrassende brieven zijn er ook geweest.
Zoals die van een bekende goochelaar die op tournee was in het buitenland.
Hij liet de krant Het Parool deels "poste restante" bezorgen
en moest dan de adressering op zijn eigen naam laten plaatsvinden wegens
verplichte legitimatie. De andere locaties waren een vast adres waarbij
vermelding zijn toneelnaam voldeed. Eigenlijk hadden wij aan die grap vijf
mutaties die wij zo programmeerden dat de krant met geschatte reistijd op
tijd arriveerde.
|
De chef was een Joodse vlotte man
genaamd Elenbaas. Echt, echt een chef die wachtte, zat en keek. Ik dacht aan een
erebaantje. Je kon hem licht benaderen voor een gesprek waar je niet vlug van
af kwam want hij was welbespraakt.
|
|
De
telefoonaansluitingen om adreswijzigingen door te laten geven werden bediend
door twee personen. Soms was de drukte zo groot dat een der hoorns op een
muziekapparaatje werd gelegd; dit deuntje hoorden wij de hele dag. Aldaar zat
een "prima kracht" al is het maar dat zij een prachtig meisje was
dat de wijzigingsbriefjes uitschreef voor de krantenbezorgers - een nauwkeurige
werkzaamheid. Wij keken vaak naar haar maar zij keek nimmer terug. De
mutaties kwamen bij ons. Eerst moesten wij kijken of de desbetreffende
abonnee niet al een lopende mutatie had; eerst dan konden wij de gegevens
schriftelijk doorspelen naar de ponskamer alwaar plaatjes werden 'geslagen'
voor de adresseermachine. Alles mechanisch. De mutatiebriefjes werden in
bundels bewaard voor nadere raadpleging.
Aan de gegroepeerde tafels werkte een vaste kracht: een wat iets
oudere ongehuwde vrouw met fraaie borsten. Wij jongemannen genoten daarvan
elke dag. Zij was een geroutineerde werkster bij wie je met alle vragen kon
aankomen en waarop zij altijd rap een antwoord had ter oplossing van het enigma.
Toen al vroeg ik mij af hoe iemand toch zo lang op een baan kon blijven zitten…
Geleidelijk werden ook wij geroutineerd en zelfstandig. Een jongeman aan
tafel had intensieve gesprekken met haar en werd nog al eens m.i. te
vertrouwelijk. De vrouw wist er met een lachje vanaf te komen. Deze jongeman
droeg een goudkleurige imitatiering met een zeker motief. Opeens had hij zijn ring
gedraaid waardoor hij geleek op een trouwring. Het scheen hem te behagen
waarbij de wens de vader van de gedachte. Wij waren immers jong en energiek.
|
De ponskamer was met een muur vol
ijzeren laden bevattende enige duizenden ponsplaatjes en werd bediend door
wat stoere Amsterdamse kerels. Waarom, dat moge verduidelijkt worden als op een
vaststaand tijdstip, ik geloof twee uur, de adressen op krantenwikkels
moesten worden afgedrukt. Lade voor lade uitgetrokken, de inhoud plaatjes op
een lopende band gekeerd om na afloop weer terug in de lade. Het was
oorverdovend tot ver in het gebouw toe. Als wij het waagden op dat tijdstip
een lade uit te trekken om een plaatje te verifiëren werden wij zelfs met
krachttermen verjaagd!
|
Ik had plezier in dit werk en dacht er
zelfs aan nog bij te tekenen. Maar na 31 augustus begonnen de colleges weer.
Ik heb het een fijne tijd gevonden en nadien wel eens gedacht wat er van mij
geworden zou zijn als ik schrijver zou zijn geworden. Misschien wel vaste
gast op het Boekenbal!
mailto: jaheit59@xs4all.nl
|
Het Bungehuis is van de UvA gekocht door een projectontwikkelaar. Er komt Soho House in, een exclusieve club met hotel voor mediamensen.
BeantwoordenVerwijderen