Dat was me een droef bericht in het voormalige "Horeca Treffen" van september 1976 (#35) dat Joop C. Wijnschenk op 49-jarige leeftijd is overleden. Uit de beschrijving kon ik direct opmaken over wie het ging: een voormalig bediende van de Eetsalon Van Dobben aan de Korte Reguliersdwardsstraat 5-7-9 te Amsterdam.
Ik had wat met die man, of beter ik mocht hem helemaal niet. Een lange gestalte met donker krulhaar en een permanente grijns. Op de late avonden met veel publiek kon hij zijn One-Man-Show maken door een oneindige hoeveelheid nonsense te teutelen, niet van humor gespeend. Maar was het wel echte, natuurlijke humor, Mutterwitz geheten, of niet eerder 'n geforceerd leuk-doen? Van dit laatste was ik tot de overtuiging gekomen al in die tijd en begon ik een van de drie winkels te mijden waarin Joop zichtbaar werkzaam was; Van Dobben bestond toentertijd nog uit drie afzonderlijke winkels in een kadastrale rij. Ja, humor is heel wat anders, humor is levenskunst, als basis een volwassen kijk op het leven, een ervaring en een opgebouwde wijsheid. Humor is belerend, zeker voor de jonge mens, humor is de specerij des levens. Maar Joop maakte er een potje van!
Ik herinner me nog goed, het zal einde 60er geweest zijn, dat Joop op de late avond met een van zweet vochtig gelaat de kassabon aan zijn voorhoofd plakte en met een gulle grijns naar de klant liep om die te overhandigen. Een vrouw naast mij schaterde en riep: "Wat een leuke man!" Ik walgde ten diepste en besloot dus die zak in die zaak te ontgaan. Zou ik de enige geweest zijn? Allereerst komen zijn collega's aan de orde die toch maar met zo een zwetser moeten werken, vele avonden in de week en vele uren lang. Als eentje de boventoon voert worden die anderen automatisch geplaatst in een ondergeschikte positie. Dit is niet leuk in een werkkring.
Drie winkels met wellicht 3 of 4 personeelsleden. Maar het klantenbestand was er ook naar, de welvaartstijd was in de 60er begonnen en het volk ging meteen genieten, Van Dobben was het adres par excellence hiervoor. Wat was er niet lekker? Een broodje voor je ogen zien prepareren is al smullen vooraf. De eetsalon (fraaier woord dan snackbar) trok ook ongeciviliseerden aan die een broodje in drie happen opslokten.
Eenmaal heb ik de man in de zaak gesproken, het was mijn opmerking dat op het broodje geen boter zit. Hij was kennelijk voorbereid en gaf prompt een duidelijk verklaring: als de broodjes vooraf gesmeerd worden wordt het dichtgeklapt. Bij openen voor gebruik blijft de boter van de twee zijden plakken aan een kant. Mooie verklaring maar dat betekent dat bij een in de lengte doorgesneden croquet de ene helft drijft van het vet en de andere gortdroog is. Hij was ten zeerste beleefd.
Ik denk dat de man een geseculariseerde Jood is, net als zijn necroloog Lou Polak. Dan moet hij tijdens de Bevrijding dus 18 zijn geweest. Misschien was hij ondergedoken geweest of kwam hij uit een gemengd huwelijk. Voor verplicht werk was hij nog te jong en ik neem ook niet aan dat hij geschoold is geworden.
Lang voor zijn overlijden, ik denk begin 70er kwam ik in Van Dobben en sprak een tweetal personeelsleden. Ik vermeldde te weten dat die Joop (ik ken de voornaam nu) vertrokken is en ik voegde daaraan in nette bewoording toe dat ik die man nooit gemogen heb. Dit maakt de indruk dat ik blij ben dat hij weg is! Het personeel was verbijsterd maar bleef ook beleefd. Kort hierop zei een der mannen mij dat hij aan de Tweede Rozendwarsstraat een snackbar heeft genaamd "Trio" met een jonge vrouw. Ik wist genoeg.
Het krantje "Horeca Treffen" lag in alle cafe's voor het grijpen. Ik heb het vaak ingezien alhoewel de reclame wel hinderlijk was: wat hebben wij klanten nu aan advertenties van bedrijven die inrichtingen, tapinstallaties of keukens leveren? Maar de voorpagina was altijd een trekker als het over een café ging dat de "maand-award" kreeg. En toch, denk ik dat menig caféhouder er niet content mee was dat klanten gingen lezen over het zo geweldige café elders in de stad en geleidelijk over zaken in de wijde omgeving van Amsterdam. Het blaadje was een uitgave van De Echo en heeft bestaan van 1976 tot 1988, toen Lou Polak zelf overleed op 55-jarige leeftijd.
Horeca Treffen
Hoofdredactie: Lou Polak.
Redactie: Bas Roodnat, Wil van der Smagt, Pierre Huyskens, Noortje Vlaskamp, Mr. René Mantiri.
Opmaak: Jan Matthews.
Exploitatie: Sal de Paauw
Een belachelijk makende toon tegens de klanten, veelal grollig;
BeantwoordenVerwijderenTraag werken;
Zelfgesprek;
Aangeschoten kerels aanpappen;
Driemaal buitenlands wisselgeld gegeven;
Gezichten trekken;
Langer praten dan nodig;
Niet ernstig en niet zakelijk;
Afrekenen, dan ondertussen met anderen spreken (aandacht afleiden);
Veelal "Even wachten, ik ben bezig."
Onsympathiek;
Vleeswaren in de vingers en met anderen spreken;
Geen kassabonnen;
Hij stoort collega's met name jonge vrouwen.
1971