Eli Asser was een grondig humorist en je blijft lachen. Toch spreek ik liever van geestigheid. Van enig literair gehalte is geen sprake, alleen het komisch korte termijneffect, allicht dat een tekst maar eenmaal kan worden voorgedragen of gespeeld.
Omstreeks 1960 zag ik op de z/w Tv bij mijn tante een drama. De titel was al komisch: zoiets als Een gezellig Moordgevalletje. Veel gepraat en veel gelach, soms moest je wel, tante en ik. Dat betekent wel een tijd spenderen aan nonsens; ik ben niettemin boekenlezer gebleven.
Asser achtte zich zelf hoog, in een interview in VN stelde hij best ƒ40,000 te mogen verdienen. Daar had je in die tijd al een huis voor!
In andere drama-teksten verrichte Asser iets unieks, hij liet de acteur vragen: "Van wie is die tekst?" Het antwoord steevast luidde: "Van Eli Asser!"
Zou 'n psycho-analyticus niet een diepere ondergrond vermoeden? Asser zat midden in de wereld van de Jodenvervolging en werkte bij de Joodse Raad te Amsterdam. Misschien is humor noodzakelijkerwijs zijn overlevingsstrategie geweest. En met succes, hij is 96 geworden.
Net las ik nog over de Duitser David Lewin (*1926) die altijd met het verleden beschäftigt is. Met veel geluk heeft hij die tijd overleefd. Hij mocht op 27-1-2011 met de voormalig president van Duitsland Christian Wulff mee naar Polen. Bij deze geen humor meer. Doch Max Tailleur zei: "Ik lach om niet te huilen." Hier zie je dat het brengen van humor best een achtergrond heeft.
Literair-humoristisch en journalistiek weblog. De spionerende blik heeft hartstochtelijke aandacht voor zaken die de ander niet of nauwelijks ziet, hij waagt het zelfs indiscreet te worden en duistere aangelegenheden aan het daglicht te brengen tot verheldering van inzicht.
dinsdag 29 januari 2019
vrijdag 25 januari 2019
Pensioenrisico (Centraal Beheer) zomer 1966 - eind 1968 te Amsterdam
Het gebouw
Het bedrijf voor collectieve verzekeringen was sedert de
oprichting gevestigd in het GAK-gebouw aan het Bos en Lommerplein, tweede of
derde verdieping noordzijde. Men keek uit op de A10 en de Kolenkitkerk, aan de
andere zijde op de Hoofdweg. De plaatsindeling was in door stalen kasten
afgescheiden units voor het lagere personeel en kamers met stalen muren voor de
hogere functionarissen.
Ik kwam daar werken ten tijde van de z.g. Zesdaagse of Juni-oorlog.
Aan de westzijde waren kamers voor de directeur, Mr.
Willemsen, de juridische afdeling, medische afdeling, actuarieel gevormden o.a.
met een gefrustreerde Lansink en de bedrijfschef, een oudere man die eens neen
heeft durven zeggen tegen een bedrijf dat teveel eisen stelde. Dan kwam een raadselachtige
speciale functionaris (Obdam) met alleen een schuin geplaatst bureau in een
open ruimte. Vervolgens tot aan het eind de dubbele units voor de rekengroepen
van 8 à 10 personen, vrijwel alllen mannelijk met een chef.
Aan de oostzijde een grote afdeling van rekencontroleurs met
als chef de heer Spijker. Deze genoot hoog aanzien. Er werkte maar een vrouw tussen de heren. Tegenover
haar een ronde hartelijke en ongehuwde man met elke dag een door hemzelf
gestreken fris wit overhemd. Hij was een geboren routinier. Een hoek was
gereserveerd door de reserveberekeningen o.l.v. een competente kleine dikke
vrouw die een mannelijke indruk maakte. Ten slotte een grote afdeling van
diverse administratie, wellicht financiële.
In de kelder was archief, ook dat van het GAK alwaar schoolgenoot
Huub Mous zowat tegelijkertijd een vacantiebaantje had.
Vervoer
Ik ging per bromfiets. Eens was ik met overwerk na achten en
mocht de fietsenstalling niet meer in. Ik had de portier moeten ombrengen doch kon niet meer de draaideur uit.
Het personeel
Alle personeel was laag geschoold, denk aan MULO of ULO, ik
herinner me dat een jongeman voorzichtigerwijs werd voorgesteld als zijnde afgestudeerd
H.B.S.-er. Of ze dat ook met mij gedaan hebben weet ik niet. Een jongevrouw met
een tijdelijke baan had Gym; zij heeft mij eens op een pils getrakteerd. In elk
geval verklap ik vooreerst wel onder mijn niveau gewerkt te hebben, wat de
omgang met mensen wel stroef deed zijn. Vaak trieste mensen met een geleerd
lesje. Immers een Gleichklang is er
niet, wel oeverloos gepraat. Er was moeilijk aan nieuwe krachten te komen,
waarover later meer.
Ik zat in de unit van de heer Muller, een Indischman gehuwd
met een blanke vrouw. Hij bezat een kind van een jaar. Ik kan zeggen dat hij
beslist intelligentie bezat maar verder ongevormd. Zogenaamd nam hij werk mee
naar huis om een goede indruk achter te laten. Hij sprak voortreffelijk
Nederlands en kon welluidende volzinteksten schrijven. Veelal de blik mijdend. Ik kon behoorlijk met
hem opschieten zonder al te confidentieel te worden.
Ingewijd werd ik door de Amstelvener Visser, een krampachtig
nerveus mens. Ik herinner mij een ijverige en heel verlegen man Ramaker schuin
tegenover mij die nooit opviel. Wist veel van belastingen. Tegenover mij een altoos zwijgende Indiër Van
Zalingen die best Majageurige homo geweest had kunnen zijn (vandaar). Eenmaal liet deze zijn tekeningen zien van Donald Duck, Kwik, Kwek & Kwak. Wij allen gevoelden ons gegêneerd voor zulke infantiliteit.
Achter mij een ambitieuze jongeman Dannenburg die een
blondine uit het bedrijf huwde. Aldaar een Surinamer Bruining van Joods-Hindoestaanse
afkomst die mij hinderde met sexueel getinte praatjes. Hij werd daarvoor eens
terechtgewezen. Als ook een jongeman die mij altijd Heit noemde en achttien maanden in militaire dienst moest.
Met andere units hadden wij niet veel contact. Wel een
gymnasiast die altijd zweeg over zijn opleiding. Absoluut krankzinnig was een
oudere man die een pensioenregeling uitvoerde die zo ingewikkeld was, denk aan
vaste premie per werknemer zodat de verzekerde pensioenen steeds moesten worden
herberekend, met een hulpje. De man achtte zich onmisbaar maar liep al tegen
zijn pensioendatum (wie dan?). Hij vroeg mij eens naar de tijd, ik antwoordde gewoon
tien voor tien, en dat was waarop hij gewacht had want deze woorden waren beladen. Niet zo erg doch wel een geintje.
Misschien was hij wel Joods maar dan mesjogge.
Een slome jongeman verderop berekende alles foutief: we moesten alle
cijfers corrigeren, een waarlijk knoeiboel. Al te gek dat hij nog liefst twee
maanden in dienst is gebleven en ik kreeg de indruk dat hij gewoon weg wilde om verder van steun te leven.
De apparatuur
Was veelal de luidruchtige Facit draaimolentjes, sommigen
van de controle-afdeling hadden elektrische comptometers. Omstreeks 1968 werd
op initiatief van de slimme Muller een Olivetti-tafelcomputer 101’, bouwjaar 1965
geplaatst waar je met eenvoudig programmeren een algoritme kon invoeren. Dit
geschiedde met ponsband. Geen harde schijf, het programma moest steeds worden ingelezen. Deze apparaten bevinden zich nu in het industrieel archief
van de UvA of het designarchief van het SM.
Olivetti 101', (1965), design Mario Bellini |
Facit |
De leidinggevenden
Alle chefs waren ouder dan veertig, het personeel was veelal
20-35. Het verloop was groot en zoals gezegd, nieuwe mensen waren niet
voorradig, immers de welvaartstijd brak aan en zocht men de betere baantjes op.
Een ouder personeelslid wist niet meer
dan een jong. Veel zelfstandigheid bezaten dezen niet, allen handelden in
dezelfde materie. Er kloeg eens, een juist wederom een betere middelbare
scholier, dat de chefs in wezen slaafs waren. Wat hadden ze dan te vrezen? Een
salaris na je 40e was vrij van CAO-knellingen en zal een aardig
sommetje zijn geweest dat men niet graag in het bezit zijnde van een koophuis (heus
niet meer dan ƒ40 mille) wilde kwijtraken.
Aquisiteur
Van de Bijl - chef
Inspecteur
Hoofd Naef.
Zijlstra, Lauwers, Dijk, Hamelink, Hout, Spijkerman, Van Groeningen, Bouwman.
Adjunct
Kars, Well.
Zelfstandig
Vallen, Hoogendam, Thomas.
Aquisiteur
Van de Bijl - chef
Inspecteur
Hoofd Naef.
Zijlstra, Lauwers, Dijk, Hamelink, Hout, Spijkerman, Van Groeningen, Bouwman.
Adjunct
Kars, Well.
Zelfstandig
Vallen, Hoogendam, Thomas.
De berekeningen
Zoals gezegd collectieve verzekeringen, met door de regering
geregelde belasting-faciliteit een stap vooruit te zetten in de sociale
welvaart van de werknemers. Toch waren de verzekerde pensioenen niet altijd
gebaseerd op het salaris, laat staan laatste salaris, of het gemiddelde van
60-65 salaris, maar dat is nog altijd meer dan niets. Vaak gewoon een
jaarbedrag van duizend gulden… Waardevastheid was een hoge uitzondering,
welvaartsvastheid kon alleen het BP. Pensioenberekeningen per bedrijf, elke unit
had er een aantal. Van elke verzekerde werd een handgeschreven stamkaart
gemaakt met een uniek nummer waarvan de eerste drie cijfers cryptisch de naam
bevatte. Deze tabel bezit ik nog. Van de pensioenregeling bestond een uiterst
nauwkeurig document dat niet altijd in onze handen mocht komen anders dan een
afschrift. Dit bevorderde de snelheid want elke keer een juridische tekst
doorlezen is niet te doen.
Jaarlijks werk waren de z.g. back-service berekeningen van de fictieve koopsom voor het
pensioengedeelte dat gebaseerd was op de diensttijd van indiensttreding tot de
ingang van de bedrijfspensioenregeling. Het bedrijf mocht in tien jaar
eentiende van deze koopsom van de winst in mindering brengen. De bedoeling was
de aanmaak van collectieve pensioenregelingen in den lande te bevorderen. Wij
zaten nog in de begintijd! Eindeloos waren de vellen met namen van de
werknemers, altijd dezelfde eindeloze getallenbrei.
Maar ook offertes werden gemaakt volgens de afspraken
gemaakt met een werkgever. Deze regelingen waren overal verschillend,
afhankelijk van de goedheid van ‘n directie voor haar personeel. Het was een
nieuwe materie met veelbelovende toekomst!
Fractieverzekeringen met delen in de winst van het bedrijf waren
een landelijke ophef, de uitwerking was uiterst schaars. Pensioenrisico stelde wijselijk
voor slechts een gedeelte van een pensioenrecht te fractioneren.
Helaas begrijp ik van mijn actuariële aantekeningen niets
meer. Doch verbaas ik me over de diversiteit van cijfermatige onderwerpen. Wat
je al niet geleerd hebt!
Collationeren
Apart in een kamertje. Eens met een Surinamer die steeds in
dezelfde zakdoek zijn neus snoot. Ik zei daar was van waarop de man verbolgen
was. Later zal ik het verrichten van deze stupide werkzaamheid weigeren.
Turken
Alhoewel wettelijk afkoop van pensioen niet mogelijk is - men
wilde immers de maatschappij opkrikken - was er een uitzondering bij emigratie.
Dit was voor dezen signaal hun familiebezoek te beschouwen als emigratie zodat hun
toch al schaars pensioenrecht mocht worden afgekocht, Vrijwel elke dag zaten
Turken in de wachtkamer, de berekening werd met spoed uitgevoerd en de betaling
geschiedde contant. Zo hadden ze een mooi vacantiecentje. Wij hebben altijd
gedacht dat ondersteunende organisaties deze Turken foutief hebben ingelicht
uit geldzucht maar hun pensioen was dan ook weg.
Overwerk
De achterstand werd berekend op drie maanden. Directeur
Willemsen gebood het gehele (lagere) personeel gedurende eenzelfde tijd elke
dag een half uur vroeger te beginnen. Niemand protesteerde, het zal wel
geregeld zijn, dacht men. De arrogante reservevrouw hield er eigenzinnig al na
een paar weken mee op, “Alles is klaar”, liet zij weten. Haar veto werd
kennelijk geaccepteerd.
Ook werd ik door de glimlachende Lansink verzocht een spoedklus af te werken
op een zaterdag. Tussen de middag begaven wij ons met twee auto’s naar een
restaurant aan de kop van de Admiraal de Ruyterweg alwaar wij genoten van een
Brabantse koffietafel. Beslist een unieke gebeurtenis!
Feest
Slimmeriken hadden een datum gevonden, wellicht zoveel jarig
bestaan, welk is mij niet meer bekend. Ze lieten een secretaresse een bouquet
afleveren bij de directie van Centraal Beheer. En wat verwacht werd gebeurde:
er werd een feest aangekondigd in de RAI. Ik ging er heen met mijn zusje. De directie deelde bij de ingang rijkelijk consumptiebonnen uit. Het
was verrassend te zien hoe de partner van menig bekende er uit zag! Ik herinner
me een goochelaar met rolschoenen. Het eten was overvloedig, na de zuurkool een
kaas- of vleesschotel.
Foto
Ter gelegenheid van een zeker ambtsjubileum van
bovengenoemde bedrijfschef werd een foto gemaakt van alle personeelsgroepen. Ik
weigerde op de foto te komen aangezien ik de man maar commandeermanie vond
hebben en daaraan heb ik een altijddurende afschuw.
Bedrijfsfaillissementen
In het Oosten des Lands ging de ene na de andere
textielfabriek ten gronde. Hun bedrijfspensioenfonds zou dan in de val worden
meegesleurd. De pers sprak er schande van. Pensioenrisico maakte met de haar gevoerde actuariële
grondslag een overnemingsberekening waarna er zelfs geld over bleek te zijn! Vervolgens
schreef de pers dat het niet eens zo erg geweest is, maar dat is niet waar: kleine
fondsen zijn gewoon wegens de kosten relatief duurder.
Griepprik
Een bedrijfsarts prikte allen met dezelfde naald, van
besmetting had men geen weet niet eerder dan na medio zeventiger.
Apeldoorn
Intern werd veel bericht over de voorgenomen verhuizing naar
Apeldoorn en ieder moest gegevens in een Verplaatsingsbesluit verstrekken. Ook
geloof. Met zoveel woorden werd verklaard dat daar een overschot is aan laag
geschoold personeel. Ik werd inwendig woedend want waar zien ze jezelf dan voor
aan? Er werd een dag georganiseerd met een twintigtal bussen een dagje
Apeldoorn te maken. De pers was ingelicht en later op de Tv werd juist de grootste
trut in beeld gebracht. Zij blij dan maar. Of er nog een diner was ben ik
vergeten. Maar wat een beeld: het Bos en Lommerplein vol grote wagens!
Ik ben met de verhuizing niet meegegaan alhoewel een
vrijgezellenflat mij best aantrekkelijk leek. Maar het betekent dat je je ziel
verkoopt aan een bedrijf en je niet meer terug kunt. Ik blijf liever in
Amsterdam alwaar ik geboren en getogen ben. Doch in later jaren heb ik vele
malen horen spreken over de revolutionaire open indeling van het gebouw zonder
stalen muren meer maar lucht. Ik heb nog knipsels tot een laatste bericht alwaar
toch wel geklaagd werd dat het altijd rumoerig is. De directie ging als eerste
weer apart.
Incident
Een sarrige man met heerschappij verderop. Je moest maar willen. Eens had ik
er genoeg van en gaf hem een danige opflikker, een dienblad met servies aan gruzelementen.
Na wat korte informatie gingen wij verder en nooit werd er meer over gesproken,
niemand zei wat. Voornoemde sarder was immers nergens geliefd. Toen ik eind 1969 het bedrijf verliet
liet de Indische Van Zalingen eindelijk eens van zich horen en zei dat ik toch
niets meer had kunnen bereiken, ja hij verbaasde zich zelfs dat ik niet eerder
ben weggegaan! Even lachen zeg!
Ik heb van mijn afscheid nooit spijt gehad, een leven lang cijferen
tussen kantoorslaven is nimmer optie voor mij geweest. Doordat ik vóór mijn 26e
uit het pensioenfonds trad verloor ik ook alle pensioenrechten. Het zou mij
werkelijk een rotzorg wezen. Maar mijn tijd zou nog komen…
1-4-2019 Corr Obdam, namen inspecteurs., 21-3-2019 GAK-gebouw 60er.
Jos Heitmann
AMSTERDAM
Email: Jos
Abonneren op:
Posts (Atom)